mensen overzette. Hij waarschuwde mij nadrukkelijk: "Blijf vooral op de harde weg, want de Duitsers hebben hier en daar nog mijnen gelegd in de bermen." In Nieuw- en Sint Joosland kreeg ik als eerste bericht dat een van mijn prettigste cliënten zwaar gewond was geraakt. Hij was tijdens de beschieting door een buurman op een open kar naar Arnemuiden gebracht, waar Duitse chirurgen zijn arm hadden geampu teerd. Een explosie Ik ging verder van boerderij naar boerderij. Op vrijwel elk bedrijf waren dode en gewonde dieren. Verschillende boerderijen waren ernstig beschadigd, enkele waren geheel verbrand. Op sommige bedrijven was de boer nog weg en hier en daar zaten groepen Engelse soldaten. De aan val op de Sloedam was ten slotte geslaagd nadat het een aantal militairen was gelukt ten zuiden van de dam door het Sloe te waden en zo een bruggenhoofd op Wal cheren te vestigen. Toen het donker werd, ben ik bij een boer blijven slapen in een goed bed, maar in de ramen zat geen glas meer, zodat de wind bulderend naar bin nen woei. De volgende dag hetzelfde beeld. Van het ene bedrijf naar het andere. In het begin van de middag belandde ik op een boerde rij waar vrijwel alle paarden gewond wa ren. De schuur zat vol met militairen. In de lege koestal lagen enkele tientallen solda ten in het stro te slapen. In de voergang stond een zwaargewond paard. Hoe het daar gekomen was, was een raadsel. Terwijl we daarmee bezig waren, vond een geweldige explosie plaats. Het werd even helemaal zwart in de stal, maar dat klaar de weer snel op. Het was allemaal stof dat uit de naden van de planken in de zolde ring kwam. De militairen kwamen meteen in actie maar wij mochten daar niet bij aanwezig blijven; men bracht ons direct naar het woonhuis. De kinderen van de boer waren gelukkig in huis. Ze hadden de instructie gekregen voorlopig geen stap buiten te doen. Na een uur werd ons meegedeeld dat vier jongens uit Arnemuiden rond de boerderij aan het scharrelen waren geweest en daarbij op een aantal gekoppelde land mijnen waren gelopen. Ze waren allemaal dood. Het werd mij ineens te veel en ik besloot naar huis te gaan. Muziek Zo fietste ik even later langs de provinciale weg van Arnemuiden naar Nieuw- en Sint Joosland. Plotseling ontwaarde ik in de verte zoiets verbazingwekkends dat ik van de fiets stapte en bleef staan. De hele polder leek verlaten, geen mens te zien. De sloten stonden tot de rand toe vol water. Aan de overkant van de weg lagen grote hopen niet-afgevoerde suikerbieten. En daar naderde in de verte een muziekkorps, luid spelend op een absoluut leeg weggedeel te. In de oorlog was alle muziek op straat verboden geweest en ik keek vol spanning naar wat er aankwam. Een groot, luid spe lend geallieerd muziekkorps, compleet met tamboers, pantervellen en veel doedelzak ken. Ik stak mijn hand op, maar geen van de muzikanten nam er nota van. Ze speel den door en passeerden mij met onbeken de bestemming. Later bleek dat Arnemui den te zijn geweest. Toen ik bij het kanaal kwam, bleek er een primitief schipbrugje te zijn gelegd. Het passeren ervan was echter moeilijk, want

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2001 | | pagina 12