Jan met de zeeren aerm Een kerkbank voor een zeer gewone man dag. Zijn vrouw was natuurlijk ook in dracht, maar zien deed je haar eigenlijk nooit. Alleen als wij het huis verlieten om naar de kerk te gaan, dan zagen we haar witte Walcherse kap tegen de donkere achtergrond van haar voorkamer. Dan zat vrouw Vlieger namelijk op haar knieën voor de vensterbank te gluren tussen de plantjes om te zien hoe wij erbij liepen. Zo ver ried zij zondag op zondag haar aanwezigheid. Jan de Vlieger had zijn leven lang gewerkt als boerenknecht bij Jan van 't Hof, de herenboer van Welsinge. Zo heette zijn hofste de, gelegen diep achter Abeele, Grote Abeele welteverstaan. Sprak Jan de Vlieger daarom over Jan van 't Hof en heette deze grote man niet eigenlijk Geschiere? Zijn achternaam was toch niet Van 't Hof? Hij heette ook niet Jan van Welsinge. Mogelijk herinnert iemand zich nog de grote hooibrand bij Geschiere. Dat was omstreeks 1938, want de Nederlandse luchtafweerbatterij stond toen al bij het Ronde Putje. De Ritthem- se brandweer was met haar brandspuit als eerste ter plekke en heeft zich daar bijzonder dap per geweerd. Jan de Vlieger was waarschijnlijk als eerst verantwoordelijke knecht een keer door Jan van 't Hof in een mateloze driftbui met een zware stok zó genadeloos op zijn lin ker bovenarm geslagen dat hij daar op zijn oude dag nog heel veel last van onder- Recht tegenover ons huis, Oude Middel- burgseweg 22 te Oost-Souburg, woonde in de jaren dertig van de vorige eeuw een zekere Jan de Vlieger, bijgenaamd Jan met de zeeren aerm. Het was een kleine, schuchtere man in het zwarte Walcherse De Hervormde kerk van Oost-Souburg, ca. 1920. (Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata, prentbriefkaarten) boerenpak en met een kleine, platte pet op het kale hoofd. Misschien bewaarde hij zijn lage, ronde bolhoed speciaal voor de zon

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2001 | | pagina 30