vond. Toch sprak de kleine Jan met d'n zeeren aerm met veel respect over Jan van 't Hof. Deze verschafte hem waar schijnlijk vrij wonen en een betaalde zit plaats in de kerk. Jan de Vlieger zat daar namelijk in een hoge herenbank tegen de noordmuur, die de pendant vormde van net zo'n bank met luifel in het midden van de zuidmuur. Dat was nou net de bank waar de burgemeester geacht werd te zit ten. Twee gelijke hoge muurbanken, recht tegenover elkaar, een met het wapen van Souburg op de luifel geschilderd en bestemd voor de burgemeestersfamilie, de andere zonder wapen, bestemd voor de heerlijkheid Welsinge, waar Jan van 't Hof over kon beschikken. Maar omdat deze Jan zelden ter kerke kwam, zat daar iede re zondagmorgen de kleine, kale Jan de Vlieger. Zijn hoed of pet had hij aan de haak gehangen. Deze eenvoudige, maar levenswijze man zat daar op de plaats van degene die hem vanuit de hoogte zo onge nadig had geslagen. Als kind heb ik altijd gedacht: wat gek dat Jan de Vlieger in die deftige bank mag zit ten. Pas later kwam ik te weten dat het de bank van Jan van 't Hof was. Deze Jan mocht kleine Jan dan wel een zeeren aerm hebben geslagen, hij verschafte hem wel vrij zitten in de kerk. De achtergrond van dit verhaal is de ver onderstelling dat de kerk van Souburg vóór 1809 een hoge eikenhouten bank had tegen de zuidgevel, bestemd voor de ambachtsheer van Souburg en dat daar tegenover, in het midden van de noordge vel, een soortgelijke bank stond voor de heerlijkheid van Welsinge. Beide banken werden met het andere oude meubilair gesloopt om de kerk tijdens het beleg van Vlissingen door de Engelsen in 1809 te kunnen inrichten als noodhospitaal, zoals dat eveneens gebeurde met de Grote Kerk van Veere. Toen men na de Engelse aftocht in 1810 de gehele kerk opnieuw moest inrichten, heeft men die voorkeurs plaatsen voor de inmiddels aangetreden burgemeester en voor de heer van Welsin ge gehandhaafd. Zo kwamen op dezelfde plaatsen twee heel gewone houten heren- banken te staan, met een grote luifel. Er was geen tijd en geld meer voor een wapen in houtsnijwerk, maar op de burge- meestersbank was het wapen van Sou burg geschilderd in huisschildersstijl. G. Spijkerboer Naschrift Ik ben bezig met de voorbereiding van een publicatie over de Scheldegotiek. Bij mijn pogingen om iets te achterhalen van de bouwkundige geschiedenis van de Sou- burgse kerk in Scheldegotiek, is het voor mij belangrijk om ook het verloop van het bankenplan te kennen. Een vaste bank brengt ons bij zeer bepaalde mensen en de vraag is of Jan van 't Hof wel echt heer van Welsinge was. Kan iemand mijn inschatting ondersteu nen? Reacties kunt u kwijt bij de redactie.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2001 | | pagina 31