die gelijk was aan de rest, in betaling wer den genomen voor 51, 52 en 53 stuivers. Door die hogere waarde was de Zeeuwse rijksdaalder in het hele land een gewilde munt. Dit had tot gevolg dat Middelburg deze munt uitsluitend voor het binnenland produceerde. De productie van de overige munthuizen was na 1680/'90 vrijwel geheel voor de export bestemd. Niet iedereen was blij met de koersverho- gingen van de Zeeuwse dukaat. De stede lijke overheid van Middelburg liet de Staatsvergadering op 3 april 1769 weten dat de verhogingen hoe langer hoe meer schadelijke gevolgen hadden. Zij verzocht deze ongedaan te maken. Pas in 1806 Zwolle 443.655 Kampen 206.055 Deventer 196.519 Utrecht 22.983.296 W.-Friesland 12.871.185 Friesland 50.200 Overijssel 3.294.370 Holland 6.095.262 Gelderland 8.314.594 Groningen niet bekend Zeeland 18.983.480 TOTAAL 73.438.616 bracht de landsregering de koers terug naar 52 stuivers en in 1816 naar 50 stui vers. In een tijdsbestek van bijna honderdvijftig jaar (van 1659 tot 1806) werden er (meer dan) 73.438.616 zilveren dukaten geprodu ceerd. Het is niet bekend hoeveel er in Groningen zijn geslagen. Voor zover nu bekend is, bestaan er uitsluitend zilveren dukaten van dit gewest met het jaartal 1683. Na 1806 werd de zilveren dukaat alleen nog aangemaakt door de Koninklijke Munt in Utrecht. Het overzicht laat zien hoeveel zilveren dukaten in de steden en provincies tussen 1659 en 1806 werden geslagen. Voor Zeeland zag de in 1659 geïntroduceerde zilveren dukaat er zo uit. Het nieuwe type van de Zeeuwse zilveren dukaat sinds 1672. Het totaal van de Zeeuw se dukaten is per periode als volgt te verdelen. 1659-1671/'72 470.942 1672-1688 597.872 1690-1711 1.896.196 1713-1729 421.050 1734-1750 961.585 1750-1771/'72 4.640.808 1772-1795/'96 9.896.002 1798 99.025 TOTAAL 18.983.480

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2001 | | pagina 35