Tussen 1842 en 1848 vond er een landelij
ke muntsanering plaats. De kleinere zilve
ren pasmunten waren het eerst aan de
beurt. In maart 1846 volgden de dukaten,
zilveren rijders en rijksdaalders.
Het intrekken van de Zeeuwse dukaten of
rijksdaalders was een omvangrijke klus.
Dat kwam omdat toen ruim 30 procent van
de totale waarde van het in omloop zijnde
muntgeld uit Zeeuwse rijksdaalders
bestond. Tijdens de intrekking werden
10.788.454 zilveren dukaten van Zeeland
ingeleverd. Omgerekend tegen de koers
van 50 stuivers komt dat neer op een
totaalbedrag van 26.971.135,-. De
auteurs Jacobi en Van Beek van het boek
Geld van het koninkrijk komen
op een afgerond totaalbedrag
van 28.760.000,- aan ingele
verde Zeeuwse rijksdaalders.
De andere gewesten leverden
gezamenlijk slechts 403.909
exemplaren in. Hierbij moet niet
vergeten worden dat de andere
gewesten voor het buitenland
hadden geproduceerd.
Op een raam van het gebouw van de Rabobank
Middelburg-Veere aan de Lange Geere te Mid
delburg is een Zeeuwse rijksdaalder afgebeeld.
(Foto F. van den Driest)
De Zeeuwse rijksdaalder is
jarenlang een begrip geweest.
Bedragen werden uitgedrukt in
Zeeuwse rijksdaalders. Een
ordonnantie uit oktober 1785
van het gilde van de varkenssla
gers in Middelburg meldt dat
degene die "vrymeester varken
slager" in deze stad wilde wor
den voor "inkomgeld" aan het
gilde moest betalen negen
"Zeeuwsche Ryxdaalders". Het
Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen heeft lang uit
eerbied voor de traditie de bij
drage van zijn begunstigers in
Zeeuwse rijksdaalders afge
drukt.
Eerbied voor deze munt komt
ook tot uiting bij de Rabobank Middelburg-
Veere. Sinds mei 2000 na de verbouwing
van het hoofdkantoor aan de Lange
Viele/Lange Geere in Middelburg wordt