Antwerpen. Deze stad had contacten in
heel Europa en vooral ook met de hanze-
steden, zoals Hamburg waar het al vroeg
'lutherde'. In Antwerpen bevond zich
tevens een groot augustijner klooster,
dezelfde orde als waar Luther ingetreden
was, en zo kon het gebeuren dat een paar
monniken uit dat klooster naar die bijzon
dere professor in Wittenberg werden
gestuurd om er te studeren. Deze monni
ken namen Luthers ideeën mee en ook
zijn boeken, die al heel vroeg in Antwer
pen vertaald en gedrukt werden.
De keizer, die in de Duitse landen zijn
macht moest delen met de plaatselijke vor
sten, heerste in de Zuidelijke Nederlanden
als absoluut heerser met behulp van de
inquisitie. Twee monniken die weigerden
de ideeën van Luther af te zweren, vonden
in 1523 de dood op de brandstapel in
Brussel.
Ondanks de inquisitie groeide de Reforma
tie in Antwerpen tot een brede beweging.
Er waren veel lutheranen en uit Frankrijk
kwamen er calvinistische vluchtelingen bij.
In 1566 kwam het volk in opstand, wat
resulteerde in de beeldenstorm. De land
voogdes, die namens de keizer regeerde,
was gedwongen een aantal eisen van de
opstandige bevolking in te willigen en zo
dwong men het recht af om diensten te
kunnen houden en zich te organiseren. Dit
betekende het begin van het georganiseer
de lutheranisme in deze streken.
Toen de rust was weergekeerd, werd alles
teruggedraaid. In 1585 werd het protestan
tisme in Antwerpen verboden. De luthera
nen vluchtten voor een deel naar Middel
burg, dat schepen had gestuurd om hen
op te halen.
In 1590 beriepen de lutheranen in Middel
burg hun eerste predikant. Pas in 1617
kreeg men toestemming van de stedelijke
overheid een eigen kerkgebouw in gebruik
te nemen, een voormalig pakhuis in de
Suikerpoort. Tweemaal werd het gebouw
door brand beschadigd, in 1658 en 1673,
en na de laatste brand verbouwd. In 1706
verleende het stadsbestuur toestemming
om een orgel te plaatsen.
Het kerkgebouw werd al spoedig te klein,
vooral ook omdat lutheranen uit andere
delen van de provincie er kerkten. Boven
dien groeide de Middelburgse gemeente,
onder andere door de komst van een aan
tal Salzburger emigranten in 1732. Deze
Salzburgers waren lutheranen uit de berg
streken in het tegenwoordige bondsland
Salzburg. Zij werden om hun geloof onder
drukt en besloten te emigreren. In de jaren
1731-1733 verlieten twintigduizend Salz
burgers hun vaderland en trokken naar
Oost-Pruisen, Litouwen en Amerika, maar
dus ook naar onze streken. In Groede ves
tigde zich een groep van 784 vluchtelingen
en in oktober 1732 kwamen er 59 in Mid
delburg aan, waarvan er 39 bleven. De
"Salzburgsche Broederen" werden liefderijk
door de Middelburgse Lutherse gemeente
opgevangen.
Op 26 juli 1737 besloot de kerkenraad een
"Groot Consistorie" te beleggen om te
spreken over het verbouwen van de kerk
of over de bouw van een nieuw kerkge
bouw. Jan de Munck (1687-1768), stads
bouwmeester van Middelburg, werd
gevraagd een bestek te schrijven voor een
nieuwe kerk.
Er werd een verzoek ingediend bij het
stadsbestuur en daarbij werd aangegeven
dat men dacht aan "een gedeelte van het
nog onbebouwdt en den grond van het
veranderd kerkhof, aan de binnenzijde van
het molenwater binnen deeze stad; strek-