einde van het bombardement afwachtten.
Er bevonden zich daar zo'n vijftien Duitse
militairen, die vanachter de kerktoren met
een machinegeweer op de vliegtuigen
vuurden.
De aanval verliep bijzonder slecht voor de
geallieerden. Vier bommenwerpers werden
door de Duitse Flak neergeschoten en vrij-
PZEM aan de Koningsweg in Vlissingen bij
eb zonder koelwater kwam te zitten. Hier
door stagneerde de stroomvoorziening op
grote delen van het geïnundeerde eiland.
Bijzonder lastig voor de Duitsers, maar ook
voor de burgerbevolking, die dacht dat de
Tommies met opzet de sluizen hadden
gebombardeerd, om het de vijand extra
De bemanning van de Lancas
ter van Cy Borsht, Engeland
1944.
Brian 'Snowy' O'Connell op de
voorgrond in het midden.
wel alle bommen belandden niet op het
doel maar op en rondom het nabijgelegen
sluizencomplex in Vlissingen.
De Duitse Seekommandant Aschmann
berichtte na een bezoek ter plaatse dat er
drie gewonden waren en dat een van de
vier kanonnen van de Ostbatterie (de oos
telijke nabij Ritthem gelegen batterij van de
Marine Flak Abteilung 810, kaliber 10.5 cm
en alle vier beschermd door een stalen
koepel), onder puin en grond lag bedolven.
Drie bunkers in de omgeving waren ver
woest.
Het sluizencomplex was er veel slechter
aan toe. Door de bommenregen waren de
deuren van de grote sluis verwoest, waar
door die niet meer gesloten konden wor
den. Het gevolg daarvan was dat de eb-
en vloedstroom in het Kanaal door Wal
cheren niet meer geregeld kon worden,
waardoor de elektrische centrale van de
lastig te maken. Dat de stroomonderbre-
kingen het gevolg waren van het grote
aantal 'missers' van de eigenlijk strategisch
grotendeels mislukte luchtaanval, wisten
de burgers en de bezetters (nog) niet.
Opgevangen
Brian O'Connell: "Korte tijd later zweefde ik
aan mijn parachute boven een geheel
overstroomd landschap en weldra landde
ik in het water, dat tot aan mijn middel reik
te. Ik strompelde naar droog land dat ik
wat verderop kon zien, waar twee mannen
stonden die naar mij wenkten. Zij spraken
geen Engels maar zij gebaarden dat ik hen
moest volgen. Ik bemerkte toen dat ik aan
mijn been gewond was en niet zo gemak
kelijk kon lopen. Zij namen mij mee naar
een dorp, waar wij een huis binnengingen.
Ik moest de trap op, wat niet zo best ge
lukte, maar toch belandde ik boven, waar