de richting van Middelburg op te rukken. Dat geschiedde uiterst moeizaam via de jaagpaden aan beide zijden van het kanaal, die bij vloed geheel onder water liepen, terwijl er in de kanaaldijken door de Duitse verdedigers mijnen waren gelegd. Restte alleen de spoordijk, die wat hoger lag en daardoor min of meer droog bleef. Om ongeveer zeven uur, in het grauwe morgenlicht, bereikten de Schotten de vernielde brug bij Sou burg, waarna zij zich behoedzaam verder naar Middelburg waagden. Bevrijd Enkele patrouilles trokken het bij vloed vrijwel geheel overstroomde Ritthem bin nen, op zoek naar nog mogelijk aanwezige Duit sers. Die waren door de plaatselijke verzetsbewe ging echter al gevangen genomen en ze werden aan de Britse bevrijders overgedragen. Diezelfde dag nog bracht men Brian O'Connell en de twee Ita lianen van Ritthem naar Oost-Souburg over, om hen daar eveneens aan de Schotten 'af te leve ren'. Die waren erg ver baasd te midden van de troosteloze verwoestingen en grauwe watervlakten onverwachts iemand van down under (Australië) te ontmoeten. Het drietal werd weldra afgevoerd naar het hoofdkwartier van de Schotse troepen, dat op de hoek Aagje Dekenstraat/Koningsweg in Vlissin- gen was gevestigd. Voor de gewonde Snowy toch wel een lange, wat pijnlijke tip pel. De Italianen gingen in krijgsgevangen schap; Brian kreeg, na een korte ondervra ging door de inlichtingenofficier, vervoer naar het landingsstrandje Uncle Beach om vandaar in een landingsboot te worden Brian O'Connell en zijn vrouw Betty op bezoek bij Miniatuur Walcheren, augustus 2000. (Foto Hans Tuynman)

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2001 | | pagina 19