gemaakt zijn. Blik, koper of zilver kwamen
hiervoor in aanmerking, naar gelang de
portemonnee het toeliet. Het paardje op
het petje van Adriaan Kodde is van koper
gemaakt. Blijkbaar was deze extra versie
ring vrij uniek, want in de boeken Kostuum
en sieraad van J. de Bree, 1967 en de
reeds eerder genoemde boeken Het
in zijn bezit. Hij weet niet meer of hij het
petje nieuw heeft gekregen of dat het al
eerder door een ander was gedragen.
Adriaan is een van de weinige inwoners
van Walcheren die, op zijn hoofddeksel na,
de dracht trouw is gebleven.
Frans van den Driest
Geraadpleegde boeken:
- J. de Bree, 'Kostuum en sieraad', Lochem
1967.
- T. Meijer, 'Zeeuwse kinderen op de kaart
gezet', Goes 2000.
- T. Polderman, 'Het Zeeuwse kostuum door
de eeuwen heen', Goes 1993.
- Wim Scholten (red.), 'Door ons gedaen,
merklappen en merkmotieven uit Zeeland'
Vlissingen 2000.
De 94-jarige Adriaan Kodde uit Domburg.
(Foto Frans van den Driest)
Het pluumpetje van Adriaan Kodde. (Foto
Frans van den Driest)
Zeeuwse kostuum door
de eeuwen heen en
Zeeuwse kinderen op de
kaart gezet wordt deze
extra versiering niet ver
meld. Het petje werd
gedragen vanaf het twee
de tot het vierde a vijfde
jaar. Dus niet, zoals Tom
Meijer in Zeeuwse kinde
ren op de kaart gezet be
weert, tot het achttiende
jaar.
Het pluumpetje van Adri
aan Kodde is al minstens
92 jaar oud en nog altijd