zijn deze ramen vast 'prefab' gekocht door
de aannemer.
Aan de zijgevel aan de kant van de Seis-
straat zijn sporen te zien van een kap met
dezelfde dakhelling en van een verbin
dingsdeur op de eerste verdieping aan de
voorkant. Dit duidt op een aanbouw, waar
mogelijk de stoommachine heeft gestaan.
naam van het bedrijf. Daar stond de tekst
'W. de Schrijver', de naam van een hande
laar in landbouwmachines die in de jaren
vijftig in het pand zat. Volgens Van
Swigchem is het verdiept weergeven van
een naam een typisch kenmerk uit de
jaren dertig en veertig van de negentiende
eeuw. Je zag dat bijvoorbeeld ook bij kof-
Hef pakhuis van de voormalige stoompellerij,
gezien vanaf de flat aan de Walensingel, febru
ari 2001. (Foto Leo Hollestelle)
De huizen aan de straat zullen voor opslag
gediend hebben. De vierkante blauwe ste
nen met rooksporen, aan weerskanten van
de poort naar het erf in het plaveisel, wij
zen erop dat de verbindingspoort van het
erf met de Seisstraat met hekken kon wor
den afgesloten. In deze poort was vroeger
waarschijnijk een hijsmogelijkheid aange
bracht. Er was tot voor kort nog een ver
diept vak in metselwerk in te zien voor de
fiehuizen in Amsterdam. Wat hem ten slot
te bij de poort nog opviel, was het ontbre
ken van natuursteen, hetgeen duidt op een
armelijke bouw. Dat was misschien ook
wel te verwachten bij een pakhuis dat bin
nen twee maanden opgeleverd moest wor
den. Toch is dit een van de weinige in Mid
delburg overgebleven pakhuizen uit de
tweede helft van de negentiende eeuw.
Het is momenteel een woonhuis.
Inrichting van de gebouwen
Uit twee overgebleven jaarverslagen van
de rijstpellerij van 1860 en 1861 komen we