altijd nog. Zo gezegd, zo gedaan - alleen
moest de Oostkappelse boerenkleermaker
nogal wennen aan het Amerikaanse con
fectiepak. "Het is hier de gewoonte des
lands de kleederen gemaakt in de kleeder
winkels te koopen en die kleederen te
maken is hier het werk der kleermakers.
Gelijk hier alles kunstmatig is, zoo is het
ook eenigszins in de kleede
ren." Het werd dus pakken
maken zonder eerst de klanten
waar ze voor bestemd waren de
maat te nemen - maar Adriaan
was tevreden want hij kon er
inderdaad goed zijn brood mee
verdienen. Zijn jonge vrouw
werkte mee met naald en
draad.
In plaats van 'afgezonderd van
de woelige wereld' waren ze
dus midden in het wereldse
Rochester terechtgekomen.
Zelfs het kerkelijk leven met de
andere Nederlanders, recente
immigranten die bijeenkwamen
in een eigen gemeente van de
Presbyterian Church, viel tegen.
Heel weinigen kenden maar het
'harte-leven', de persoonlijke
omgang met God, schreef Adri
aan. De gemeenteleden waren
van afkomst hervormd - heel
wat van hen kwamen uit West-
Zeeuws-Vlaanderen - en "ken
den de leer van het evangelie niet." In de
Engelse vertaling van zijn biografie noemt
Adriaan deze regio "the barren-church
corner of Zeeuwsch Vlaanderen", het ker
kelijk dorre Zeeuws-Vlaanderen. In 1851
zou de gemeente in tweeën splitsen na
een onkerkrechtelijke afzetting van een
'kibbelachtige ouderling'. Vanaf dat
een bliksembezoek aan iemand die ze nog
kenden uit de Afgescheiden Gemeente
van Middelburg, had die hen overgehaald
om niet verder te trekken. Het was Adriaan
Wijkhuizen die twee jaar tevoren 'uit spe
culatiegeest' - dus: om er beter van te
worden - naar Amerika vertrokken was.
Kleermaker Wijkhuizen had verteld dat er
Adriaan Zwemer als emeritus-predikant.
in Michigan, waar de groep terecht zou
komen, voor Zwemer waarschijnlijk weinig
werk zou zijn. Hij was immers ook kleer
maker en in Rochester was er juist voor
kleermakers werk in overvloed - als ze
naar het westen wilden, kon dat immers