behandeld werd nadat hij diens aanbod om
voor Adriaan te zorgen en hem te laten
studeren, afgewezen had. "Zoo," had Holle
gezegd, "je verkiest dan levenslang aan
een linnen draad te trekken, boven een ge
achte plaats in de maatschappij, waartoe
ik u brengen wil." Dat laatste was het 'm nu
juist: Adriaan kende Holle maar al te goed
schien tot ontvanger in een wat grotere
plaats gebracht - de functie die hij tot aan
zijn vertrek te Oostkapelle uitoefende - of
zelfs tot predikant. In Amerika werd hij niet
alleen predikant, twee van zijn zoons zou
den er hoogleraar worden en de anderen
evangelist, zakenman en zendeling. De
achtergebleven familieleden daarentegen,
Adriaan Zwemers vrouw, Kaatje Boon, werd
geboren in de smidse van Ter Buttinge (links).
In de jaren negentig is het gebouwtje helaas
gesloopt.
als 'een zeer grove man in vloeken en in
spotten met den godsdienst.' "Om deze
reden kon ik zijn aanbod niet aannemen."
Overigens was de burgemeester die in
1841 Holle opgevolgd was, heel wat tole
ranter ten opzichte van de Afgescheide
nen.
Door de emigratie naar het vrije Amerika
met al zijn mogelijkheden, veranderde het
levensperspectief van Adriaan Zwemer
aanzienlijk. In Zeeland had hij het mis-
zo memoreerde Zwemer in het voorwoord
van zijn autobiografie, hadden "door han
denwerk hun brood doch met bezuiniging
en blijvende bezorgdheid." De keus voor de
oversteek was dus terecht geweest.
Er waren meer Oostkappelaars aan de
armoede en het gebrek aan mogelijkheden
in de oude wereld ontsnapt: "De beide
zonen van L. Zeeveld, Jan en Willem, zijn
hier ook. Jan is acht dagen vóór ons
getrouwd en werkt in een katoenfabriek en
verdient veei geld. Willem is voor eenige
weken naar zijn vader te Sheboygan in
Wisconsin geweest; heeft daar voor zich-
zelven land aangekocht en dient nu hier
weer als knecht in een kruidenierswinkel.