Ik kwam in het archief niet verder en ik
zocht toen naar een snellere weg. Ik nam
contact op met de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg. Daar zou nog iemand
werken die alles van gebakken aardewerk
en glazuur afweet en mogelijk ook van de
gebakken en geglazuurde straatnaambord
jes. Hij bleek inmiddels gepensioneerd te
zijn. Een bibliothecaresse stuurde mij een
knipsel toe. Daaruit leerde ik dat Gent rond
1780 was overgegaan tot het aanbrengen
van straatnaambordjes en dat er in die
stad nog één uitgehakt straatnaambord te
bezichtigen is dat van eerdere datum moet
zijn. De Belgen waren er wat straatnaam
bordjes betreft dus vroeg bij. Berlijn was
pas in 1787 zo ver. Londen, Parijs en
Wenen volgden nóg later.
In Nederland bleek de Gemeentewet van
Thorbecke uit 1851 grote gevolgen te heb
ben. Die wet noopte de gemeentebestuur
ders over te gaan "tot de verdeeling der
gemeenten in wijken" en daaruit zou uitein
delijk de straatnaamgeving voortvloeien. In
Amsterdam werden, in de jaren na 1849
toen bij Koninklijk Besluit elke gemeente
verplicht werd een bevolkingsregister aan
te leggen, bewoners opgedragen hier en
daar zelf straatnaambordjes aan te bren
gen. In 1863 werden de houten plankjes
vervangen door 'emailleplaten'. Maar in
Amsterdam zijn er ook nog enkele straat
naambordjes in natuursteen.
'Émaillée'
Mijn gedachten gingen terug naar de
Eigenhaardstraat. Deze straat is toch nog
niet zo oud. Met de aanleg van de straat
werd in 1892 begonnen. Kon ik dan niet
beter, uitgaande van de levering van zin
ken bordjes in 1872, vooruit zoeken in het
archief in plaats van terug in de tijd?
Life Een straatnaambordje
.AL met een barst
In een dik pak met rekeningen over de
jaren 1870-1885 kwam ik na een half uur
bladeren een rekening tegen van de firma
F. Gillet uit Parijs. Op 12 juni 1885 bracht
dit bedrijf de gemeente Middelburg 361
gulden en 41 cent in rekening voor de
levering van 100 gebakken en geglazuurde
straatnaambordjes. In 1886 leverde dezelf
de firma nog 84 "plaques indicatoires de
rues. Lave émaillée, grand feu, fond bleu
caractères blancs." De prijs was inmiddels
gestegen van 3,60 naar 4,35 per stuk.
Tevreden met mijn vondst staakte ik hier
mijn zoekwerk. De gebakken en gegla
zuurde straatnaambordjes dateren dus uit
het eind van de negentiende eeuw. Ze zijn
het volgens mij dubbel en dwars waard om
beschermd te worden. Helaas zal het bij
bestellen van een gebarsten bordje moei
lijk gaan, want de firma Gillet in Parijs
bestaat niet meer.
Jan Moekotte
(Foto's Leo Hollestelle)