r 1 Ja, ting van de Langevieiepoort rende, was de afstand tussen hem en zijn belagers zo groot geworden dat ze geen schijn van kans hadden om hem nog in te halen. Daarop loste Moelaert een schot in de lucht, in de hoop dat de wacht van de poort naar buiten zou komen en met zijn manschappen Schreuder zou tegenhou- 7c< J e^z) 0f> 6 />r-, JM voor de twee weduwen en de tien achter gebleven kinderen. De toestand van Frede- rik Samuel Heyman was intussen nog uiterst kritiek. Voor het gerecht In het Huis van Arrest gaf Schreuder al dadelijk te kennen dat hij zich ziek voelde, .".Z, F/i /K' Inschrijving van Hendrik Frederik Schreuder in het register van het Huis van Arrest te Middelburg in 1828. (Zeeuws Archief, Archief Strafinrichtingen Zeeland, inv.nr. 354) den. Sergeant Vieliot, die inmiddels ook door Hartman van de komst van de vluch teling was verwittigd, kwam met twee van zijn manschappen te hulp. Schreuder vluchtte hierop een wei in, waar hij voor een brede sloot tot stilstand kwam en over meesterd kon worden. Toen men hem fouilleerde vond men een portefeuille met papieren, een lepel, een vork en een knijp- mes. Onder begeleiding van de agenten en de militairen werd hij overgebracht naar het Huis van Arrest. Nog diezelfde avond stierf in Vlissingen de 46-jarige Adriaan Verkam; hij was vijf jaar in dienst van de politie geweest. De vol gende dag stierf de 42-jarige Abraham Cambier, die dertien dienstjaren had. Op donderdag 7 februari verscheen er in de Middelburgsche Courant een adverten tie met de oproep om geld in te zamelen waarop hij door een officier van gezond heid medisch onderzocht werd. Deze kon tot geen andere conclusie komen dan dat de arrestant geen koorts had en verder kerngezond was. Wel had hij enige snij- wonden aan zijn hand. Bij arrest van het Hooggerechtshof in 's- Gravenhage werd Hendrik Frederik Schreuder op 3 maart 1828 in staat van beschuldiging gesteld en verwezen naar het Hof van Assisen voor de provincie Zeeland, waar op 12 april de rechtszitting tegen hem een aanvang nam. Een zeven tal getuigen was opgeroepen en op ver zoek van de procureur-generaal werd ook Johannes de Ridder gehoord. Onder de getuigen bevond zich ook agent Heyman, die slechts met moeite en ondersteund door anderen zijn plaats in de getuigen bank kon innemen en bij lange na nog niet hersteld was. Aan de in de zaal aanwezige pers vertelde hij dat hij gedurende de vijf tien jaar dat hij politieagent was, al acht maal gewond was geraakt, terwijl hij vroe ger in de twaalf jaar dat hij soldaat was,

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2001 | | pagina 34