stemhebbende steden in de Staten van Zeeland: Middelburg, Zierikzee, Goes, Tholen, Vlissingen en Veere. De twee over blijvende vakjes naast het wapen van Veere zijn opgevuld met een bloemmotief. Het omschrift is een Latijnse afkorting van MONETA NOVA ARGENTEA ORDINUM ZELANDIAE (nieuwe zilveren munt van de Staten van Zeeland), met het jaartal. Boven het schild is de waarde aangegeven. Van 1682 tot en met 1686 staan de wapens van de stemhebbende steden in een krans om het wapen van de Eerste Edele heen. De wapens zijn door middel van een lint met elkaar verbonden. Het wapen van de Eerste Edele hangt met twee linten aan dat van Middelburg. De waardeaanduiding wordt nu tussen de wapens vermeld. Op deze keerzijde werd in 1683 door een onbekend persoon een politiek geladen vers geschreven. Het gaat als volgt: Op den Zeeuschen Daelder, geslagen anno 1683. Luctor et Emergo: is weer, de munt der Zeeuwen gy waert voor heen maat Zeeuw, eelmoedig als de leeuwen maar syt nu gansch ontaert, en 't lichaem vast en stijf geketent aende geen, die ghy met Ziel en lijf als arme slaven dient, ghy danst om hem in 't ronde hy is u afgodt die: g'aenbidt met hert en monde staat Luctor et Emergo, noch aende eene sy den daelder om gekeert, toont nu u slavernij Schrijft niet meer Luctor dan, maer set vry voor Emergo In Lucta Servio et Serviens submergo* u handel sterft u geit gaet heen, g'en krijght niet weer u staat en godsdienst quijnt, u vrijheyt leyt ter neer. Door te worstelen dien ik en al dienende ga ik onder. Uit het vers blijkt dat de stemhebbende Zeeuwse steden hun zelfstandigheid kwijt zijn en dat ze zich de les laten voorschrij ven door de Eerste Edele. De steden dan sen aan een koord als arme slaven om de Eerste Edele heen. Hij wordt als een afgod

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2001 | | pagina 40