Ontmanteling In Veere werd afgemeerd aan de weste lijke binnenkant van het Kanaal door Wal cheren, de bewaking werd overgenomen door Hr. Ms. Voorwaarts. De Duitse 'kern bemanning' mocht op erewoord de wal op, maar bleef liever aan boord. Zij kregen voedsel van de Landmacht. Gedurende de reis van Vlissingen naar Veere werd nog een aantal schokbuizen verwijderd en de motoren werden met het oog op de verdere tocht intact gelaten. Luitenant Coster gaf zijn ogen goed de kost: bewapening, constructie, pompen, periscoop, alles werd nauwkeurig bekeken. Over zijn bevindingen maakte hij een ver slag met tekeningen waarin hij wees op zaken die voor de Nederlandse onderzee dienst van belang konden zijn, zoals gewichtsbesparing, opstelling van perisco pen en roeren, en snelduikrichting. Een vroege vorm van bedrijfsspionage! In Veere werd het ontmantelen voortgezet. Slagdoppen en patronen werden overge bracht naar de Voorwaarts, de antenne werd omlaaggehaald. Luitenant-ter-zee Kuyck kreeg bevel de zend-/ontvanginstal- latie te demonteren. Dat gaf problemen, Hr. Ms. Voorwaarts van de Koninklijke Mari ne. (Coll. Instituut voor Maritieme Historie, Den Haag) want een aantal vitale delen was in twee houten kisten ingebouwd. De Duitse offi cier Kohier wist niet of die los uitneembaar waren. Het lukte Kuyck de ontvanger te demonteren, waarna hij opdracht kreeg ook nog de zender over te nemen. Nadat daarvan de kist was losgemaakt, bleek die niet door het luik te kunnen. Kuyck besloot toen maar de installatie te verzegelen en leende bij de garnizoenscommandant van Veere lak en zegelring. Na het verzegelen was het apparaat niet geheel onbruikbaar; een kwaadwillige kon de zegels verbreken en met enige handigheid telegrammen ver zenden. Toch nam de marineleiding dit risico. Veere was voor de UB 30 een doorgangs haven, de volgende bestemming was Hel- levoetsluis. Daar aangekomen werd beslist dat het schip naar Alkmaar moest worden overgebracht. Alle inbeslaggenomen goe deren moesten daar aan de commandant van Den Helder, Willemsoord, worden overgedragen.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2001 | | pagina 31