wen. En ook voor de andere havenstadjes
in de Zeeuwse Delta, als Zierikzee, Goe
dereede, Brouwershaven en Tholen, waar
varende kunstenaars op hun tochten bin
nenliepen.
Maar, zoals gezegd, niet alleen Engelse,
ook Belgische en wat later Hollandse
'varende schilders' wisten Veere te vinden.
De Belg Walter Vaes benaderde Veere
voor het eerst in 1908 aan boord van het
jacht van zijn vriend L.D. van Beuningen.
Later kwam hij vrijwel elk jaar met zijn
jacht De Wulp naar Veere, tot hij er van
1914 tot 1920 permanent ging wonen.
Vaes heeft binnen de Veerse kunstenaars
kolonie een prominente rol gespeeld. Zo
was hij betrokken bij de organisatie van de
tentoonstellingen van de 'Schilders van
Veere' die vanaf 1916 elke zomer in de
Schotse huizen werden gehouden. Andere
Belgische schilders als Baertsoen, bekend
van zijn prachtig 'Gezicht op Veere vanuit
zee' en Henry Seghers die in 1903 een
fraaie serie tekeningen van de haven van
Veere met vissersschepen maakte, waren
hem reeds voorgegaan. Datzelfde gold
voor de Engelsen Whitaker, Briscoe en
Charles en Henry Watson.
Later kwamen hier ook regelmatig Hollan
ders als Louis Bron, Willem B. Tholen en
Willem van Dort met hun schepen.
In de gastenboeken van het Veerse stad
huis vinden we de namen van veel, vooral
Engelse 'varende schilders' terug. Dat ze
zowel schipper als kunstenaar waren,
weten we doordat ze meestal behalve hun
naam ook hun beroep en de naam van
hun schip in het gastenboek plachten te
vermelden.
In de daaropvolgende jaren, vooral tijdens
de Eerste Wereldoorlog en in de jaren
twintig, nam het aantal watersporters dat
Veere in de zomer regelmatig aandeed,
sterk toe. Het aandeel van de 'varende
schilders' in dit geheel bleef aanzienlijk.
De meeste meerden af in de binnenhaven,
de plaats waar de foto is genomen. Over
het doen en laten van deze lieden en voor
al ook over hun werk, zou ik u heel wat
interessante dingen kunnen vertellen.
Maar dat zou een beetje buiten het kader
van dit 'praatje bij een plaatje' vallen.
Rudolf Schönberg
Eén uitzondering wil ik maken, en wel voor
Rudolf Schönberg, kunstenaar, zeezeiler
en verzetsheld. Afgelopen zomer was er in
De Schotse Huizen onder de titel 'Een
Brusselaar terug in Veere' een tentoonstel
ling van zijn werk. Het zijn schitterende
etsen, veel Veers werk, met afbeeldingen
van schepen, havengezichten, vissers en
vissersvrouwen.1
Schönberg was een 'varende schilder' bij
uitstek. Nadat hij in 1928 bij Van Duivendijk
in Tholen de kleine hoogaars Dolfijn2 had
laten bouwen, vertoefde hij 's zomers vaak
met deze boot in Veere. Hij zal de Dolfijn
best weieens hebben afgemeerd achter de
sluizen, maar meestal lag hij toch in de
vissershaven tussen de vissers. De tijwer
king was voor de platbodem immers niet
zo'n probleem en Dolf Schönberg voelde
zich thuis tussen de vissers. Met enkelen
van hen, zoals met Klaas van de Ketterij
van de ARM 19 en met Jacob de Nooijer
van de ARM 48 en niet te vergeten met
Hein (Eine) Verlinde van de VE 3, raakte
hij goed bevriend.
Deze laatste was, behalve visser, ook nog
eigenaar van het befaamde kunstenaars
pension De Garnaal, waar Dolf Schönberg
kind aan huis was.
De schilder vond in Veere ook zijn vrouw,