Scheepvaart
in Koudekerke
Belevenissen ten tijde van de i
idatie 1944-1945
Begin oktober 1944 liep Walcheren onder
water. De bevrijding was nabij. Evenals de
andere dorpen op Walcheren kreeg ook
Koudekerke zijn doden en gewonden als
gevolg van bommen, granaten, beschietin
gen en zeewater te verwerken.
Al na een dag of tien na de bombarde
menten was Walcheren volgelopen. Er ont
stond een stabiele toestand, met eb en
vloed. De kern van de meeste dorpen
bleef droog. Op Koudekerke kon men rond
het dorpsplein lopen en ook de meeste
huizen aan de ring van het dorp bleven
droog. Op dit droge gedeelte verzamelde
zich het grootste deel van de inwoners,
een kleine tweeduizend zielen, die toch
allen weer onderdak kregen.
Er waren direct een paar kano's beschik
baar en snel daarna enkele sloepen. De
burgemeester noemde deze vaartuigen
Vondelingen'. Zo konden bewoners die het
eerst nog hadden willen aanzien maar
later door het water toch in moeilijkheden
kwamen, op het droge worden geholpen.
Een wit laken door het dakraam, ook hier
in feite een teken van overgave, was vol
doende.
Havens
De eerste weken ontwikkelden zich drie
havens in het dorp, waarvan alleen de
laatstgenoemde tot 'bloei' kwam.
- Het Skagerrak van Louws, de vaargeul
tegenover de Schuttestraat. In de eerste
dagen werden hier nogal wat mensen aan
wal gebracht. Later volgden ook kleine
huisdieren en veevoer. Het Skagerrak werd
later weinig meer gebruikt. De diepgang
was goed, maar bij vloed stond er zo'n
sterke stroom dat het dikwijls niet doenlijk
was binnen te varen.
- De Noordstraat, nu de Badhuisstraat.
Hier was het water rustig en had men een
oppertje (een veilige ligplaats) vanwege de
bebouwde kom.
Er zijn in de eerste dagen tientallen stuks
vee verdronken, maar de meeste werden
gered, al was de manier waaróp soms dis
cutabel. In dergelijke gevallen breekt nood
alle wetten. De Noordstraat was gunstig
gelegen om de boerderijen ten noorden
van de dorpskern te bereiken. Het was ook
de kortste weg naar de tankval, waar werd
gevist. Met een emmertje steelhandgrana-
ten in de kano voer je via de Braamweg
naar de tankval. Door de ontploffing van
zo'n granaat kwam de vis bovendrijven en
je kon ze dan met de hand pakken. Zo
kwam het emmertje weer vol, maar nu met
vis, meestal wijting. De Noordstraat bleef
een secundaire haven, daar ze niet aan
diep vaarwater lag en ook te smal was.
- De Middelburgsestraat. Dit werd algauw
de belangrijkste haven, met regelmatig
personen- en vrachtverkeer op Middelburg
en Vlissingen. Er werd een havenhoofd of
pier gebouwd. Bij het bouwen van bunkers
had er zo veel materiaal vervoerd moeten
worden dat de Duitsers daarvoor een
smalspoor hadden aangelegd. Er waren
dus volop kipkarren en rails aanwezig. De
kipkarren werden ondersteboven op een rij
gezet en daarop kwam het smalspoor. Dit
werd weer belegd met schotten en plan
ken. Door al dat ijzer werd het zo'n zware
constructie, dat die ook bij hoge vloed niet
dreef. De pier begon in de Brouwerijstraat
tegenover de Burgemeester Dregmans-
straat en volgde dan de bocht naar de
Beatrixlaan, tot waar deze uitkomt op de