Vadertjes Eerlik zumme aolles dêêle, jie de penniengen en de duiten bin vo mien! Of dit een manier van eerlijk delen was, valt te betwijfelen. De koperen penning had de waarde van een halve duit en een duit was een achtste van een stuiver. Van oorsprong waren penningen van zil ver. Ze kwamen al in de achtste eeuw voor en hadden een andere waarde dan de latere penningen die gelijkstonden aan een halve duit. Veel gewesten en steden brach ten penningen in omloop. Zo waren er bij voorbeeld Hollandse, Vlaamse, Leuvense en Keulse penningen. Ze waren allemaal verschillend van gewicht en waarde. Tijdens de opstand tegen het Spaanse bewind (1568-1648) besloot het gewest Holland de zilveren penningen te vervan gen door koperen. De Munt van Zeeland in Middelburg heeft geen penningen geslagen. Ook de duit was van oorsprong een zilve ren munt, die na 1573 van koper werd gemaakt. In 1821 werd, in opdracht van de regering, het kopergeld gesaneerd. Van oude duiten uit de tijd van de Republiek werden nieuwe halve en hele centen geslagen. Duiten die geen slijtage vertoonden, hadden hetzelf de gewicht als de centen. Van 160 gave duiten, die een waarde vertegenwoordig den van één gulden (acht duiten één stuiver), kon men 160 centen maken. Een winst dus van zestig cent. De Munt van Zeeland in Middelburg heeft veel duiten geslagen. De Encyclopedie van Zeeland noemt drie perioden, 1581-1585, 1601-1689 en 1714-1797. Een verhaal apart vormen de duiten die geslagen werden voor de Verenigde Oost- indische Compagnie. Vóór 1723 circuleerde in Nederlands-lndië kleingeld uit China en Japan. Op Ceylon, het toenmalige Voor-lndië, was kleingeld in omloop dat in opdracht van de Heeren Zeventien door lokale munthuizen was geslagen. (De Heeren Zeventien was het centraal bestuur van de zes Kamers. Zee land leverde aan dit bestuur vier leden.) Toen de uitvoer van het kleingeld uit Japan stagneerde en de Chinezen het opkoch ten, ontstond in de Oost een tekort aan wisselgeld. Om dat tekort op te heffen besloot het centraal bestuur van de VOC bij de Nederlandse munthuizen duiten te Tabel 1. Bestelling, verscheping en bestemming van het aantal duiten door de verschillende Kamers over de periode 1726-1740 Kamer Bestelling Verscheping Batavia Colombo Amsterdam 424.750 438.520 187.270 251.250 Zeeland 229.270 147.262 91.092 56.170 Rotterdam 30.312 29.972 29.972 Delft 30.312 22.312 22.312 Hoorn 30.062 30.128 30.128 Enkhuizen 24.062 22.144 22.144 Totaal 768.768 690.338 382.918 307.420

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2001 | | pagina 43