nader onderzoek bleek evenwel dat dat wel meer gebeurde als de vissers wegens onstuimig weer geen kans gehad hadden om de netten 's zaterdags binnen te halen. De kustwacht van Zoutelande raakte in staat van opperste paraatheid toen er op een avond in het donker een vreemd vaar tuig zonder licht de kust naderde. Vanaf de duinen werd het schip meteen onder vuur genomen. Heel komisch was dat, toen het schip met lichten begon te seinen, het een loodsboot uit Vlissingen bleek te zijn. Ondanks dit soort blunders was de Middel- burgsche Courant vol lof over de waak zaamheid en het kordate optreden van de kustwacht. Ook de Landstorm van Bigge- kerke en Dishoek was erbij betrokken. In de voornacht van 14 op 15 maart 1831 was het groot alarm in Westkapelle. De nachtwacht van de schutterij alarmeerde in allerijl de bevolking, overigens niet voor een landing of iets dergelijks, maar omdat de kerk en de toren in brand stonden. Nog erger was dat er zich mensen boven in de toren bevonden die geen gelegenheid meer hadden gehad om naar beneden te komen omdat de toren vol rook was komen te staan. Het waren de torenwach ters Jan de Wit en Kornelis de Pagter en de vrouw van De Pagter. Ze woonden boven in het torenkamertje; dat was gemakkelijk om het kustlicht boven op de toren te bedienen. Waarschijnlijk zullen ze ook uitgekeken hebben naar een eventuele vijandelijke vloot. De brandweer was snel ter plaatse maar kon tegen een dusdanige brand weinig of niets uitrichten. Machte loos moest ze toezien dat zowel de kerk als de toren een prooi van de vlammen werden. Ondertussen zaten die arme stak kers nog steeds boven in de toren opge sloten. Het moet een dramatische nacht geweest zijn, ook voor de Westkappelse bevolking, want "de gantse gemeente was toegestroomd." Wonder boven wonder ble ken de doodgewaanden de andere morgen de toren ongedeerd te kunnen verlaten, "tot opluchting van de gantse gemeente." Boven in de toren bevond zich een gemet seld gewelf waar het kustlicht op stond. Door daar naartoe te vluchten hadden ze hun leven kunnen redden, hoewel ze in doodsangst gezeten moeten hebben met zo'n vuurzee vlak onder zich. Opstandige bewegingen Opstanden hebben op Walcheren en ook in de rest van Zeeland nooit plaatsgehad. Daar waren de Zeeuwen veel te nuchter en koningsgezind voor. Alleen in Vlissingen vonden wat kleine incidenten plaats, maar die stad was altijd al een buitenbeentje. In 1572 waren ze ook de eersten geweest die in opstand kwamen tegen koning Filips. Hoewel, in 1672 trokken de Walcherse boeren ook met rieken en hooivorken gewapend naar Middelburg uit onvrede met de invoering of verhoging van bepaal de belastingen en dijkgeschotten. In september 1830 ontstond er onrust onder de bemanning van het fregatschip Diana uit Brugge, dat in het dok lag voor reparatie. Een commies, een zekere Anto- nie van Gerven, had aan boord van het schip opruiende gesprekken gevoerd met de bemanning, met als gevolg dat dezen onwillig werden om de bevelen van de kapitein uit te voeren. De kapitein had op zijn beurt de politie gewaarschuwd die de vier ergste raddraaiers arresteerde. Bij het verlaten van het schip werd de politie meteen aangevallen door de gehele bemanning. Nadat er versterking was gekomen en er nog twaalf bemannings-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2002 | | pagina 14