Deze houthandel beschikte over een kui
perij en mogelijk zocht men naar meer
afzet voor de geproduceerde vaten, want
Alberts kreeg in 1879 een hinderwetver
gunning van de gemeente Middelburg voor
de oprichting van een margarineboter-
fabriek in de Seisstraat, achter perceel wijk
Q 10/11op het terrein van de voormalige
Hoek uit Middelburg en Frangois Henri
Joseph Wibaut, koopman te Middelburg,
richtten de N.V. Middelburgsche Kunstbo-
terfabriek op. Het maatschappelijk kapitaal
was 100.000,-, verdeeld over 20 aande
len op naam van 5.000,-. M.P.A. Proos
werd directeur en Alberts, Ghijsen en
Smulders traden op als commissaris.
rijstpellerij. Boter en margarine werden
toen nog veel verkocht in houten vaten.
De firma Alberts ging de fabriek niet zelf
exploiteren maar nam er wel in deel.
Op 2 juli 1879 verschenen zes personen
bij notaris A.M. Tak in Middelburg om een
naamloze vennootschap op te richten tot
het maken en verkopen van margarineboter.
De kooplieden Gerardus Alberts Lamberts-
zoon en Mathieu Charles Ghijsen, beiden
uit Middelburg, Marinus Pieter Adriaan
Proos, technoloog uit Middelburg, Augusti-
nus Franciscus Smulders, industrieel, wo
nende te Utrecht, aannemer Jan van den
Het voormalige pakhuis van de margarine-
fabriekSeisstraat 19-23a te Middelburg. (Foto
Leo Hollestelle)
Toen de N.V. Middelburgsche Kunstboter-
fabriek officieel was opgericht, kon men
overgaan tot de aankoop van terrein en
gebouwen. Houthandelaar Gerard Alberts
Lambertszoon en koopman Mathieu
Charles Ghijsen, de enige aansprakelijke
vennoten van deze firma, verkochten op
20 oktober 1879 het pakhuis met erf en de
boterfabriek met erf aan de Seisstraat aan
de kunstboterfabriek, die in advertenties