Er waren ook manden nodig, die van elders werden aangevoerd. De prijzen van grondstoffen konden flink fluctueren door ontwikkelingen op de wereldmarkt. Zo veroorzaakte de korte Spaans-Amerikaanse oorlog van 1898 een opwaartse druk op de grondstofprijzen. In het gemeenteverslag van 1898 pleitte directeur Proos voor een bestrijding van "deloyale concurrentie" door een wet in de geest van de Duitse wet "Zur Bekampfung des unlauteren Wettbewerbes", die zowel voor de margarineverbruikers als voor de fabrikanten van belang zou zijn. Proos doelde op margarinefabrikanten als Van Santen die door middel van grote adver tenties op een misleidende manier hun product aanboden alsof het Delftse room boter was, terwijl het gewoon om margari ne ging. Van Santen probeerde ook veel afnemers te winnen door allerlei geschen ken aan te bieden bij aankoop van marga rine. Deze praktijken waren Proos in het ver keerde keelgat geschoten. Hij vond dit alle maal zeer verwarrend voor de consument en wenste dat zulke advertenties verboden zouden worden. Volgens hem waren er bewijzen van het feit dat reclame en toegif ten op margarine zo overdreven waren dat het kwaad zichzelf ongetwijfeld zou straf fen. Goede en slechte tijden Ten tijde van droogte was over de vraag naar margarine niet te klagen. De koeien gaven dan weinig melk en de boterproduc- tie zakte in, waardoor de prijs van natuur boter aanzienlijk steeg. De mensen koch ten dan liever de goedkopere margarine. De margarinefabrikanten kenden echter ook moeilijke tijden, zoals in 1902 toen de grondstofprijzen hoog waren door de mis lukte maïsoogst in de Verenigde Staten in het jaar daarvoor. Bij schaarste van Ameri kaanse en Australische vetten werd meest al een beroep gedaan op vetten van Euro pese oorsprong. In 1902 werd het achteraf merken van ver pakkingen bij ministeriële beschikking ge weigerd. Verpakkingen van katoen of lin nen moesten voortaan van ingeweven of geschilderde merken zijn voorzien. Dit gaf echter wel problemen als de voor het be drukken gebruikte verfstof in de margarine zou kunnen doordringen. Om die reden liet de minister het toe dat de gazen verpak king blanco was, onder de voorwaarde dat op de kist duidelijk het opschrift margarine werd vermeld. Een aanvullende eis was dat voor elk pakje margarine van één pond dat in de kist lag, een velletje papier met het opschrift margarine bijgeleverd moest worden, omdat de winkelier bij het verko pen van een pakje margarine verplicht was de gazen verpakking te voorzien van de wikkel waarop de naam van het product stond. In 1903 werd gesproken over een vermin derde afzet van margarine op het platte land. Voor sommige regio's was dat toe te schrijven aan de lagere lonen van de arbeiders, maar ook aan de lagere prijzen van spek en reuzel, die het toen ook erg goed deden op het brood. De grote werk loosheid in Engeland in 1904 had even eens een negatief effect op de verkoop. Traditiegetrouw verkocht Proos de meeste margarine in Engeland. In 1907 vervaardigde de Middelburgse margarinefabriek ook de "fijnste natuur boter uit gepasteuriseerde room". Helaas kon hiervoor op de botermarkt in Middel burg geen behoorlijke prijs worden bedon-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2002 | | pagina 17