de diverse partijen aan de orde kwam,
werd daarop aan de raad voorgelegd.
Tijdens de zitting van 20 november 1935
behandelde de raad de zaak. Het arbitra-
gevoorstel werd onder de loep genomen
en er werd vastgesteld hoe de leden van
de arbitragecommissie zouden worden
benoemd.
Haringplaats en Bleek volgens de kadastrale
kaart van Middelburg sectie A) van juli 1940.
(Zeeuws Archief, Kadasterplans cat.nr. 4927)
Een ander discussiepunt was of de Bleek
een rijweg moest worden. Raadslid Hart-
hoorn vond dat onnodig, er waren al vol
doende verbindingen van het Molenwater
met de binnenstad. Ook de helling leek
hem bezwaarlijk, evenals de hoek van de
Balans en de Spanjaardstraat. Wethouder
Onderdijk leek het niet wenselijk verkeer in
beide richtingen toe te laten, maar alleen
vanaf de Spanjaardstraat.
Ook de rooilijn kwam weer ter sprake. Om
die definitief te kunnen vaststellen moest
nog het een en ander worden geregeld
met Belderok en Van Roo. Tevens onder
handelde men met het bestuur van Socië
teit Sint Joris over grond langs de Bleek.
Als men daarover overeenstemming
bereikte, konden in de Bleek nog drie
woningen worden gebouwd.
De eigenaren van de sociëteit bleken
bereid drie percelen die in de nieuwe rooi
lijn lagen, met de gemeente te ruilen tegen
grond aan de Zuidsingel. Er moest nu
alleen nog overeenstemming worden
bereikt met Belderok en Van Roo en één
particulier. De Bleek kon dan over een
lengte van 36 meter worden verbreed en
vrijgegeven voor klein rijverkeer. In het
kader van de werkgelegenheid zouden zes
huizen gebouwd kunnen worden. De raad
ging met alle voorstellen akkoord.
Al met al duurde het nog tot oktober 1936
voordat de gemeente 216 m2 grond aan de
Zuidsingel kon ruilen tegen 117 m! van
Sint Joris in de Bleek. De rekening viel
enigszins hoger 1.203,21) uit dan het
aanbestedingsbedrag. Dit was wellicht ver
oorzaakt door de kosten van een smeed-