Op zoek naar vroeger De geschiedenis van boerderijen op Walcheren* Achtergrond Het kan u niet zijn ontgaan: het zojuist voorbije jaar 2001 was door de Verenigde Naties uitgeroepen tot internationaal jaar van de vrijwilligers. En het zal u niet kun nen ontgaan dat het komende jaar, 2003, is aangewezen als het nationale jaar van de boerderij. Als wij vanavond stilstaan bij de resultaten van enkele jaren onderzoek door vrijwilligers naar de geschiedenis van Walcherse boerderijen, dan is dat dus in meer dan één opzicht zeer actueel. Als consulent regionale geschiedbeoefening mocht ik dit onderzoeksproject begeleiden en met trots mag ik vanavond de presenta tie van de resultaten bij u inleiden. Nadat eerder het zogeheten burgemees- tersonderzoek voor de hele provincie met succes was afgerond, ontstond in 1995 op Walcheren het plan 'iets' aan boerderijen te doen. Dat was om meer dan één reden een zinnige keuze. Allereerst gaat het om een onderwerp waarnaar nog betrekkelijk weinig onder zoek was gedaan, zeker in 1995 en zeker wat Walcheren betreft. Ondanks publica ties als die van Hekker, Jan Vader en Van IJsseldijk1 kun je spreken van een echte leemte. Zo valt bijvoorbeeld op dat Van IJsseldijk in zijn eerste deel (uit 1975) slechts twee Walcherse boerderijen behan delt op een totaal van 32 en in het tweede deel (uit 2000) ook weer twee op een totaal van tien.2 Daarnaast leken boerderij en ook een aantrekkelijk thema van onder zoek in die zin dat alle mogelijkheden voor een persoonlijke invulling aanwezig zijn. Je kunt om te beginnen een boerderij kiezen waar je wat mee hebt, omdat je bijvoor beeld een band hebt met de huidige bewo ners of omdat het gebouw je intrigeert. En je kunt in het onderzoek je eigen voorkeur voor een bepaalde kant van de boerderij laten gelden. Dat onderzoek kan zich dus bijvoorbeeld richten op de bewoners of meer op de gebouwen en het erf, op het landbouwbedrijf of op het omringende landschap. Richtinggevend voor de motiva tie van de meeste deelnemers was waar schijnlijk dat wat Van IJsseldijk onder woorden brengt: "Het was deze geschiede nis van een boerderij - als bouwwerk en als standplaats van vele geslachten, die ons boeide en tot het registreren daarvan bracht."3 Wie er trouwens naar mocht stre ven alle of zoveel mogelijk kanten van de boerderij te belichten en wie daarbij zo gelukkig was over veel en complete bron nen te beschikken, had als lichtend voor beeld de monografie die Raas op een voorbeeldige manier wijdde aan een boer derij in de Zuid-Bevelandse Hollestellepol- der.4 Voor alle duidelijkheid: het is van meet af aan de opzet geweest een aantal boerderijen op Walcheren te bestuderen. Het heeft nooit in de bedoeling gelegen alle boerderijen van het eiland te inventari seren, laat staan ze allemaal te onderzoe ken. De organisatie van het project lag in han den van de Stichting Regionale Geschied beoefening Zeeland, vanaf 1 april 2001 de nieuwe Stichting Cultureel Erfgoed Zee land, in casu de consulent geschiedbeoe fening. Verder steunde het project, zeker in het begin, op de gewaardeerde medewer king van een aantal archiefdiensten: het toenmalige Rijksarchief in Zeeland en de toenmalige gemeentearchieven van Mid-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2002 | | pagina 31