zoekende begin tot en met de trotse pre sentatie van vandaag, was de plezierige sfeer. Behalve dus dat een leemte werd opgevuld, was het vooral ook gewoon leuk om met elkaar op te trekken. Er lag geen kant-en-klare gids, geen blauwdruk voor het onderzoek voor het grijpen. Zoiets zou in de aanloopfase stel lig zijn nut hebben bewezen. Een hand zaam hulpmiddel bij de start vormde wel het Overzicht van bronnen betreffende Walcherse buitenplaatsen en boerderijen dat het toenmalige Rijksarchief in Zeeland in 1996 samenstelde. Het is goed te weten dat het lang niet altijd elke onderzoeker van meet af aan duidelijk was of hij nu een boerderij of een buitenplaats onderhanden had. Het lijkt er in het geval van Walcheren namelijk sterk op dat nogal wat boerderijen in de zeventiende of achttiende eeuw onderdeel gingen uitmaken van, of plaats maakten voor een buitenplaats om vervol gens, vooral na de Franse tijd, weer terug te vallen tot boerderij. Anno 2002 is niet zo een-twee-drie vast te stellen of een boer derij die ontwikkeling heeft doorgemaakt of dat het hof altijd boerderij is geweest. Daar kom je vaak pas achter als je met je onderzoek misschien wel terug zou willen, maar dat niet meer kunt. Verder moet u weten dat de plaats van veel Walcherse boerderijen weliswaar een oude is met bewoning sinds de Middeleeuwen, maar dat de gebouwen óp die plaats vrijwel nim mer ouder zijn dan het midden van de zeventiende eeuw. Diverse archiefmedewerkers, ook die van bijvoorbeeld het waterschap Zeeuwse Eilanden in Goes, hebben ons op dreef geholpen en ook daarna regelmatig des kundige inbreng geleverd. Dat deden ook anderen, onder wie Piet van Cruyningen, verbonden aan Wageningen Universiteit en aan de Stichting Historisch Boerderijonder- zoek in Arnhem, en Jasper Verhage, erva ren onderzoeker te Velserbroek. Ook op andere manieren hebben we ons als onderzoeksgroep echt een groep met een gemeenschappelijk belang en doel gevoeld. Zo brachten we gezamenlijk bezoeken aan enkele interessante boerde rijen: 't Hof Nieuwlands Rust van de familie Polderdijk, Klein Zeeduin waar werkgroep lid Maljaars woont, en de boerderij in de Oud-Sint Jooslandpolder die Peter Joosse zelf vakkundig onderhanden heeft geno men. Uit tal van uiteenlopende bronnen werden gegevens geput. Die bronnen konden variëren van krantenberichten tot luchtfo to's, van notariële bronnen tot kadastrale kaarten, van de mondelinge overlevering tot een familiekiekje. De bronnen lieten lang niet altijd een antwoord op elke vraag toe. Van maar heel weinig boerenbedrijven is bijvoorbeeld de boekhouding bewaard gebleven. Gebrek aan bronnen wreekte zich uiteraard sterker bij de eenvoudiger hofjes en minder bij de boerderijen, vroe ger buitenplaatsen met bekende bewoners of eigenaars. Zo'n simpel hofje, met een Geerse die met weinig grond en veel wer ken rond moest komen, haalt minder een voudig het archief dan de plaatsen waar een Van de Perre de touwtjes in handen had. Maar ondanks alle handicaps toch zo'n Geerse op het spoor te komen, bleek bevredigender te zijn dan de gangen van zo'n heer Van de Perre na te gaan. Resultaat Na zoveel jaar werd het tijd het onderzoek af te ronden. Via een laatste oproep in De Wete in 1999 hebben we de puntjes op de

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2002 | | pagina 33