in ons midden is en een bijdrage aan deze
presentatie wil leveren. Evenzeer valt te
hopen dat de Zeeuwse, de Walcherse
boerderij als deel van ons verleden en
onderdeel van onze alledaagse leefomge
ving, ook deel kan blijven uitmaken van
onze toekomst. Want het is jammer
genoeg nog altijd zo dat wie niet weet, die
wél deert. Boerderijen zijn een cultuurgoed
dat aan snelle veranderingen onderhevig
is; in Zeeland zelfs sterker dan elders, zo
wijst recent onderzoek uit. Dat noemt Zee
land wat dit betreft bijna een 'rampgebied'!5
De direct na de laatste wereldoorlog
gebouwde noodboerderijtjes op Walcheren
zijn daar een specifiek voorbeeld van. Het
zou toch onvergeeflijk zijn als er daarvan
geen één zou overblijven. Vandaar dat wij
de aanwezigheid en inbreng van de burge
meester van de gemeente Veere evenzeer
op prijs stellen.
Boerderijen verdienden het onzes inziens
om bestudeerd te worden. Boerderijen ver
dienen het tevens om gekoesterd te wor
den. Als onderdeel van ons cultureel erf
goed en dat niet alleen vlak voor en in het
jaar van de boerderij. Behalve het einde
van een project, vormt deze presentatie
dus hopelijk tegelijk een start. Niet alleen
van de aangekondigde serie artikelen,
maar van toenemende aandacht en zorg
voor de boerderij. In dat verband is het
verheugend dat de provincie Zeeland eind
vorig jaar een 10-puntenplan voor de
Zeeuwse cultuurhistorie heeft gepresen
teerd waarin een compleet overzicht van
waardevolle historische boerderijen wordt
bepleit. Dat is hoopgevend. Alhoewel, was
het niet al eerder, in 1986, dat de toenma
lige Provinciale Planologische Dienst de
cultuurhistorisch belangrijke boerderijen in
het Walcherse landschap inventariseerde?6
En was het niet nog eerder, in 1983, dat
de Nationale Contactcommissie Monumen
tenbescherming een grootscheepse lande
lijke inventarisatie van boerderijen op touw
zette? Het herinnert aan een nog veel eer
der verschenen rapport, namelijk dat van
de Snelcommissie Walcheren uit 1946.7
Daarin is al een lijst te vinden van 125,
toen als waardevol beschouwde boerderij
en. Hoeveel zouden er daarvan anno 2002
nog over zijn?
A.P. de Klerk
Tekst van de op 30 januari 2002 gehouden
inleiding bij de presentatie van de resultaten
van het onderzoek naar de geschiedenis van
boerderijen op Walcheren.
Noten
1. R.C. Hekker, 'De Zeeuwse hofstede', in:
Archief Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen 1951, pp. 1-39. J. Vader, 'Een
Oud-Walcherse boerderij', Arnhem 1964 (2e
druk). W.E.P. van IJsseldijk, 'Oude boerderijen
in Zeeland', Nisse 1975.
2. W.E.P. van IJsseldijk, 'Oude boerderijen in
Zeeland deel 2'Goes 2000.
3. Van IJsseldijk, 'Oude boerderijen'1975, p. 7
4. P.S.G. Raas, 'Een hoeve in Hollestelle. De
geschiedenis van een boerderij te Ovezande',
Goes z.j. (1989).
5. Historische boerderijen in Nederland. Een
onderbouwde raming van het resterende
bestand aan historische boerderijcomplexen
gebouwd voor 1940. Arnhem 2001, p. 50.
6. Cidtuurhistorisch belangrijke boerderijen in
het landschap van Walcheren, Middelburg 1986.
7. Het nieuwe Walcheren. Rapport uitge
bracht door de Snelcommissie Walcheren, z.p.
1946.