Vriendschap na 56 jaar Duitse en Australische militair i ie dankzij De Wete verbroederd Het verhaal over Brian 'Snowy' O'Connell in De Wete van april 2001 heeft een onver wacht, leuk vervolg gekregen. Als reactie op mijn artikel kreeg ik van Jules Braat uit Vleuten het bericht dat hij contact had met een Duitse ex-marineman, die in 1944 in Vlissingen was gelegerd en daar een geal lieerde vlieger uit zee had gered. Volgens mijn gegevens ging het om een zekere John Dack, piloot van een der Lancasters die op 23 oktober 1944 de mislukte aanval op de geschutsopstellingen ten oosten van Vlissingen uitvoerden. Behalve het vlieg tuig waarin Snowy zat, werden zoals reeds eerder vermeld, vier geallieerde bommen werpers neergeschoten. Een daarvan was de nagelnieuwe Lancaster III 'P' (Peter) HD 620, bestuurd door John Dack van het Australische 463e Squadron RAAF. Tijdens het aanvliegen naar het doel werd de machine door de Duitse Flak (luchtafweer geschut) geraakt, waardoor er aan boord brand uitbrak. Weldra bleek dat er voor de bemanning niets anders opzat dan het vliegtuig te verlaten. Toen piloot John door een flinke ruk aan een van de riemen van zijn parachute uit een tijdelijke verdoving ruw wakker geschud werd, zweefde hij vlak boven het water van de Westerschel- de, waarin hij enkele ogenblikken later terechtkwam. Op een afstand van enkele honderden meters zag John zijn branden de 'Peter' in wolken van opspattend water ook in zee belanden en daarna tergend langzaam onder de zeespiegel wegzak ken. De piloot ontdeed zich van zijn para chute en slaagde er in met behulp van zijn zwemvest het hoofd boven water te hou den: "Ik bevond mij op een afstand van ongeveer een mijl uit de kust en het water bleek op te komen, gelukkig." Na enige tijd bemerkte John dat hij gewond was aan zijn arm - "Ik was mijn horloge kwijt" - en dat zijn ondergebit (een prothese) verdwe nen en zijn bovengebit gebroken was. "Ik vond dit zo grappig dat ik, ondanks mijn hachelijke situatie in het water, onbedaar lijk moest lachen." Dit was het laatste wat de piloot zich herinnerde, want kort daarop raakte hij buiten bewustzijn. Luchtafweergeschut Op Walcheren, vooral in Vlissingen, werd de luchtaanval door vriend en vijand aan dachtig gevolgd. De burgers moesten met lede ogen toezien hoe de ene na de ande re 'tommy' uit de grauwe regenlucht werd neergehaald. Dit gaf de Duitse bezetters grote voldoening. Na alle sombere berich ten over Duitse nederlagen en geallieerde overwinningen van de laatste weken was dit voor hen het bewijs dat de tegenstan der toch ook nog weieens een opdoffer verkocht kon worden. De bemanning van een zogenoemd 'Flak- vierling' (een stuk vierloops 2 centimeter geschut), onder bevel van Obermat (matroos-eersteklasse) Hans Bannick op Boulevard Bankert in Vlissingen bond voortdurend de strijd aan met de talrijke Britse escorterende jachtvliegtuigen - "De bommenwerpers zaten voor onze Vierling veel te hoog" - maar het was hen, tot hun spijt, niet gelukt een van de snelle Spitfires neer te halen. Weldra was ook deze aanval voorbij, de Australiërs en Britten vlogen naar het westen weg en het oorlogsrumoer in en om Vlissingen verstomde. De Flak-vierling stond nog niet zo lang op de Vlissingse boulevard. Bannick vertelt:

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2002 | | pagina 5