The Middelburg Margarine Works Geschiedenis van een Middelburgse margarinefabriek nam ik dat het Schotten waren - naar het landingsstrandje, waar ik het hondje aan een van hen moest afgeven. Wat er verder met het beestje is gebeurd, weet ik niet. We werden elk door een van de Britten nogmaals, maar nu veel grondiger gefouil leerd en de man die zich met mij bezig hield, sprak accentloos Duits tegen mij. Toen ik hem vroeg hoe dat kon, zei hij dat hij in Canada had gewoond, maar dat hij in Schweinfurt was geboren en opgegroeid. Ik vond dat onbegrijpelijk, want er was ons door de Nazi's altijd verteld dat het onmo gelijk was dat er ook maar één Duitser bij de geallieerden in dienst zou zijn. We moesten lange tijd op het strandje wachten tot er een landingsboot beschikbaar was om ons naar Breskens te brengen en uit eindelijk belandde ik in een gevangenkamp in Engeland." Zo kwam Hans Bannick, net als John Dack, via Vlissingen in een krijgsgevan genkamp terecht. Het resultaat van enig onderzoek is dat de vroegere tegenstanders contact met elkaar hebben opgenomen en elkaar geregeld bellen en schrijven. Voormalige vijand schap is veranderd in vriendschap; en dat allemaal dankzij een verhaaltje in De Wete! Hans Tuynman Met dank aan Jules Braat te Vleuten. In De Wete van april 2001 beloofde ik een vervolg op mijn artikel over de stoomrijst- pellerij aan de Seisstraat in Middelburg. Deze keer volop aandacht voor de marga rinefabriek die in 1879 werd gevestigd op het terrein en gedeeltelijk in de gebouwen van de voormalige rijstpellerij. Alle gebrui kers van de gebouwen na de sluiting van de margarinefabriek in 1917 komen even eens aan bod. Voor een beter begrip is het nuttig om eerst iets te weten over de opkomst van de margarine-industrie. Kunstboter Voor de oorsprong van de margarine moe ten we naar Frankrijk. Rond 1866 gaf kei zer Napoleon lil de scheikundige Hippolyte Mège-Mouriès de opdracht een product te bereiden dat boter kon vervangen en dat bovendien goedkoper was en langer houd baar. Dit op aandringen van de Franse marine die behoefte had aan een lang houdbaar voedingsvet. Tevens wilde de keizer de arbeiders in de Franse steden een goed botersurrogaat aanbieden. Door

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2002 | | pagina 11