Kop en schotel Een Zeeuwse schone op een t De een vindt de eurobiljetten en -munten mooi, de ander vindt ze lelijk. Over smaak valt nu eenmaal niet te twisten. Dat geldt anno 2002 voor de euro's, maar dat gold ook voor het biljet van tien gulden uit 1924. Een biljet met een Zeeuws tintje. Nieuw biljet In 1922 bleken er vervalsingen in omloop te zijn van het bankbiljet van tien gulden, 'Arbeid en Welvaart'. Daarom vonden er een jaar later besprekingen plaats tussen de Nederlandsche Bank te Utrecht en de drukker van de biljetten, Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem. De drukker stelde voor enkele wijzigingen aan te brengen in het oude biljet, maar de bank verlangde een nieuw biljet, gemaakt volgens de nieuwste druktechnieken. Voor de beeltenis van de voorzijde werd aan een vrouw in klederdracht gedacht. Kennelijk was de Nederlandsche Bank in Utrecht op de hoogte van het feit dat er op het agentschap van de Nederlandsche Bank aan de (Lange) Gortstraat te Middel burg dienstboden in Zeeuwse klederdracht werkten. In samenwerking met de Agent van de Nederlandsche Bank te Middelburg, mr. G.J. Sprenger, probeerde men te komen tot een kostuumkundig verantwoorde afbeelding van een Zeeuwse boerin. Sprenger schreef op 23 oktober 1923 aan de directie van de Nederlandsche Bank: "Heden heeft mij in mijn kantoor opgezocht de Heer J. Visser Jr, waarn. directeur Rijksnormaalschool voor teekenonder wijzers, die in opdracht van de firma Enschedé kwam spreken over een afbeel ding van een boerin in Zuid Bevelandsche Costuum, waarover ik reeds door U was ingelicht. Ik heb hem de costumen in het museum van het Zeeuwsch Genootschap laten zien en hem in de gelegenheid ge- Een ontwerp van het tienguldenbiljet uit 1923, gemaakt door Jan Visser (1856-1938). (Collec tie Joh. Enschedé)

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2002 | | pagina 21