Vlissingen in beroering
De moord op het echtpaar Lauwereins in 1937
In de vroege ochtend van 4 maart 1937
doet melkboer Cees Cevaal uit Souburg
een vreselijke ontdekking. Bij het afleveren
van zijn goederen vindt hij in café Keer
sluis aan de Koningsweg nummer 47 in
Vlissingen de lijken van het bejaarde echt
paar Lauwereins. Zij zijn het slachtoffer
geworden van een roofmoord die de
gemoederen in en rond Vlissingen nog
lang zal bezighouden.
De 75-jarige Johannes Franciscus Lauwe
reins en zijn 63-jarige echtgenote Maria
Johanna Lauwereins-van der Staal, die het
café nabij de Keersluisbrug exploiteerden,
zijn door de dader(s) afgeslacht. Vooral het
lichaam van mevrouw Lauwereins is zwaar
toegetakeld met een mes.
Na de gruwelijke vondst verzamelen zich
talloze nieuwsgierigen in de buurt van het
café en iedereen heeft zo zijn eigen ver
haal over het hoe en waarom van de
moord. De Vlissingse politie start een
onderzoek, onder leiding van de commis
saris van politie, de kleurrijke Adolf Frede-
rik Willem Carel Gasinjet.
Maar na een grootscheeps onderzoek met
talloze getuigenverklaringen en uitgebreid
recherchewerk wordt de zaak na anderhalf
jaar definitief gesloten: de dader of daders
worden niet gevonden.
Een half jaar na de moord wordt een twee
tal zeelieden uit Maassluis aangehouden
en in december 1937 belandt ook nog een
derde man achter de tralies, maar ze zul
len alledrie in oktober 1938 wegens
gebrek aan bewijs weer worden heenge
zonden.
Niet veel later begint de Tweede Wereld
oorlog en ondanks het feit dat nog lang
wordt gesproken over de moord op het
arme echtpaar Lauwereins, wordt het
onderzoek niet heropend.
Inmiddels, 65 jaar later, kunnen we spreek
woordelijk wel aannemen dat de dader op
het kerkhof ligt c.q. de daders op het kerk
hof liggen.
Oproep
Zelfs nu leeft een groot deel van de vooral
oudere Vlissingers nog met de vraag wie
verantwoordelijk was of waren voor de gru
welijke dood van het echtpaar Lauwereins.
Tenminste, dat bleek toen ik tweeënhalf
jaar geleden op het idee kwam om een
artikel te schrijven over de zaak. Inmiddels
ben ik in het bezit van zoveel gegevens dat
er volgend jaar een boekje zal verschijnen
over 'de Keersluismoord'.
Veel oudere Viissingers die ik sprak, ken
nen het verhaal van de drie zeelieden die
destijds verantwoordelijk werden gehouden
voor de misdaad. Maar bij het doorspitten
van politierapporten en andere dossiers
kwam ik nog meer namen tegen van
mogelijke verdachten die de politie op het
oog had en die vlak na de datum van de
moord aan de tand zijn gevoeld. Zoals de
van oorsprong Duitser Philipp Valentin
Thur, die een eenmanstaxibedrijfje had in
de Vlissingse Hobeinstraat. Of wat was de
rol van de dubieuze kroegbaas Dubois die
destijds het café Admiraal de Ruyter in de
Vlissingse Emmastraat runde en samen
met zijn 'huishoudster' Rachel Vierstraete
de politie het signalement verschafte van
de drie later aangehouden zeelieden? Een
poging om bij de politie in een goed blaad
je te komen, nadat de situatie tussen hem
en de politie flink was verstoord omdat hij
zich in het café te buiten ging aan zaken