en kan ze het gewenste toelatingsbewijs alsnog in ontvangst nemen. Wat was dat voor een wonderboek? Uit het feit dat het in Middelburg door de gebroeders Abrahams uitgegeven werkje in 1854 zijn tiende druk beleefde, kunnen we opmaken dat het voor de doelgroep - scholen en huisgezinnen - zeer bruikbaar is geweest. In het voorbericht lezen we dat een beknopt overzicht wordt gegeven van "de belangrijkste zaken die den mingevor derden leerling zoo wel als den volwasse ne in het dagelijksche leven telkens voor komen." Dat betekende: een beetje taal, rekenen en aardrijkskunde, wat algemene weetjes (seizoenen, windstreken, zintui gen), enige kennis van de bijbel, de chris telijke feestdagen en plechtigheden, en als besluit "eenige zedespreuken in rijm". Het zal een handig vademecum zijn geweest, maar met bewaarschoolonderwijs had het niets te maken. Middelburg en Vlissingen De eerste Zeeuwse bewaarschool wordt in 1840 opgericht in Zierikzee. In 1842 volgt Middelburg met een stedelijke bewaar school voor kinderen van armen en min vermogenden. De directie is in handen van vier deftige dames met klinkende Zeeuwse namen. De onderwijzeres/bewaarster is mejuffrouw Leuntje Browning-Cars9 die allereerst "hulde toebrengt aan de achtingswaardige vrouw die door hare milde schenking die inrigting heeft tot stand gebragt." Zij is van mening dat met de oprichting van deze school "een voorname grondslag is gelegd tot zedelijke en ligchamelijke verheffing onzer behoeftige klasse." A. Coronei schrijft getroffen te zijn door de goede verzorging van de kleintjes en door de vorderingen in fysieke, zedelijke en verstandelijke ontwik keling die hij heeft geconstateerd. Toch stelt hij nog een verbetering voor: "Het zou niet ondoelmatig zijn, als men voor die ouders, die den geheelen dag van huis zijn, de verblijfuren hunner kinderen op de school over den ganschen dag uitstrekte, en ze er dan 's morgens een uur vroeger en 's avonds een paar uur later hield." Ook zou hij willen dat de kleintjes tussen de middag konden overblijven: "De ouders zouden dan wat brood of ander eten den kinderen kunnen mede geven, dat zij op vaste uren daar dan konden nuttigen." Het duurt niet lang of er komen ook bewaarscholen voor niet-armlastige Middelburgers. In 1844 richt mejuffrouw Hendrina Petronella van de Weele de eer ste op. In 1849 zijn er al twee burgerbe waarscholen en in 1860 komt er nog een zogenaamde 'voorbereidende school' bij. Net als de matressenschooltjes zijn het privéondernemingen. De tweede stedelijke, dus openbare bewaarschool in Middelburg is de in 1866 opgerichte en in de Bogard- straat gevestigde fröbelschool, waarvoor direct grote belangstelling bestaat. We kunnen ervan uitgaan dat op deze school verschillende 'speelgaven' - bouwdozen, mozaïekfiguren, vlechtmatjes, vouwbladen - aanwezig zijn geweest. De kinderen zul len getekend en gekleurd hebben en ze hebben vast geen psalmen gezongen, maar kinderliedjes. Of de school een echte Kindergarten was, met een al of niet over dekte tuin waar de kinderen vrij mochten spelen, heb ik niet kunnen achterhalen. Intussen is Vlissingen niet achtergebleven. Eind 1852 zijn er twee bewaarscholen opgericht, de eerste op initiatief van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, de

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2002 | | pagina 10