De Gouden Appel genaamd. Ter bestrijding van de huurprijs schenkt het bestuur van de vrijmetselaarsloge l'Astre de l'Orient de school honderd gulden. Het duurt niet lang of ook de gemeente komt over de brug en staat het pand af waarin vroeger de Fran se stadsschool was gehuisvest. De bewaarschool begint met veertig leer lingen. Een hoofdonderwijzeres en twee kwekelingen verzorgen het onderwijs, dat volgens een opgave van 6 april 185313 het volgende inhoudt: "Leeren spreken, aan schouwelijk onderwijs, geheugenleer, getalleer, vormleer, teekenen, zangoefe ningen, klanken, godsdienstig onderwijs, afgewisseld door spelen." Hiervoor betalen de kinderen dagelijks één cent. Voor gezin nen die dat niet kunnen opbrengen, wordt een regeling getroffen. De school wordt een succes: na een half jaar is het aantal leerlingen toegenomen tot 105. Al gauw blijkt dat het gebouw te krap is en dat er moet worden uitgebreid. Door het wegbreken van een paar tussen muren en de verplaatsing van de trap kan van het gehele benedenhuis één lokaal worden gemaakt, dat zelfs aan 240 kinde ren ruimte zal bieden. Zo'n groot lokaal heeft volgens het bestuur het voordeel dat de hoofdonderwijzeres een goed overzicht heeft op de gehele schoolbevolking en dat ze ook het oog heeft op het doen en laten van de kwekelingen. In 1855 is de klus geklaard. De gehele verbouwing - inclusief het vergroten van de overdekte speelplaats - heeft 429,60 gekost. In 1862 wordt besloten een tweede Nuts- bewaarschool op te richten, verderop gele gen in de Paardenstraat. Ook voor deze school is veel belangstelling. Als echter in 1867 de Rijkswerf wordt opgeheven, wat voor de werkgelegenheid een grote slag betekent, trekt een groot aantal gezinnen weg en raakt de school zoveel leerlingen kwijt dat ze het jaar daarna moet worden gesloten. Het groepje kinderen dat over blijft gaat naar de Walstraat, waar de hoofdonderwijzeres, twee hulponderwijze ressen en enige jonge helpsters - kweke lingen - de school gezamenlijk runnen. De twee Middelburgse Nutsbewaarscholen worden in 1868 geopend. Ze zijn in ver schillende wijken van de stad gevestigd: de ene op de Vlasmarkt, de andere in de Schuitvlotstraat. Uit gegevens over 1887" blijkt dat de school aan de Vlasmarkt het beter doet dan de zusterschool, wat waar schijnlijk ligt aan de meer centrale ligging van de eerste. De scholen worden gesubsidieerd door het Departement Middelburg van de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen en door de gemeente. Van de kinderen wordt een bescheiden schoolgeld gevraagd. Beide scholen worden geleid door een hoofd onderwijzeres, die door drie helpsters wordt terzijde gestaan. Een speciale com missie van het Middelburgse departement van het Nut heeft het oppertoezicht, wat vooral de zorg voor financiën en gebouwen inhoudt. Uit bewaard gebleven correspon dentie blijkt dat het altijd weer moeilijk is geweest om rond te komen. De financiële problemen waren groot, vooral toen er in 1891 sprake was van reorganisatie van beide scholen. Bewaarscholen op het Walcherse platteland Terwijl in de jaarverslagen van de school opziener over de periode van 1857 tot 1869'5 nauwkeurig alles wat met de lagere scholen in zijn district te maken had, is vermeld en onder het kopje 'overige onder-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2002 | | pagina 12