Weg met
de weggetjes
Het verdwijnen van de allerlaatste weggetjes op Walcheren
Je hebt nog kort geleden weer in Van
Schagen zitten lezen. Je werd opnieuw
getroffen door passages waaruit een harts
tochtelijke belangstelling spreekt voor "het
oude eiland en zijn pracht", voor zijn histo
rie bovenal. "Zo leerde je je eiland kennen
tot in zijn eenzaamste uithoeken, je zwierf
langs stranden waar bijna nooit iemand
kwam, je kende ieder boerenwegeling, je
kende iedere naam, ieder flard historie."
Als tienjarige schooljongen al ontdekte Van
Schagen de omgeving van de stad. "Dat
begon bij den Nadorst en het Perdamsche
padje natuurlijk, bij den Segeersweg, het
Arnemuidsche padje en den Dolfijn, bij het
Stijfselwegje en den Seisweg met het
Zwarte padje en de nog zoovele andere
modderweggetjes, allegaar vrijerspaadjes,
rondom de stad - rijk voorzien was ons
oude Middelburg van die landelijke wege-
lingen."
Je voelt je in die passages aangesproken
door Van Schagens onverzettelijke af
schuw van de nieuwe tijd. "Zo is het dat je
gierig was, als kind, op wat nog over was
van vroeger, dat je ongelukkig was als
weer een brokstuk oude adel nodeloos
kapot ging omdat een béte nieuwe tijd
geen oog, geen weet had, geen hart voor
wat teer en schoon en dromerig was van
eeuwen stil en langzaam leven en
alleen maar wist te bazelen van modern
comfort en de eisen van het verkeer."
Maar, zo vraag je je af, is hier met de in
1891 geboren J.C.J. van Schagen niet een
aartspessimist aan het woord? Moet je
werkelijk geloven dat het toen, in zijn
jeugd, in het verre verleden aan het begin
van de twintigste eeuw, allemaal echt zo
erg was? En is het vandaag, anno 2002,
allemaal echt zo erg? En dan ineens herin
ner je je nog niet zo lang geleden zélf zo'n
oeroud boerenwegeling bespeurd te heb
ben, nog wel onder de rook van de stad.
Daar dan weer eens heen. Voor een foto,
want je weet maar nooit...
Het Kuiperszvegje achter industrieterrein
Arnestein: verdwenen. (Detail uit de Grote
Provincie Atlas Zeeland, 1990, pag. 46)
Maar dan ben je verbijsterd. Vanaf de
Zaagmolenpolderdijk, halverwege Nieuw-
land en het Arnekanaal, heb je het nog
niet zo lang geleden aan je voeten zien lig
gen, het Kuiperswegje. Een onverhard
wegeling, kronkelig zoals dat hoort, eigen
lijk een combinatie van drie in alle richtin
gen uitwaaierende weggetjes. Het was
ongetwijfeld oeroud, zoals kronkelende
wegen dat in onze provincie bijna altijd
zijn. Je hoeft maar een blik op de vooroor
logse bodemkaart van Walcheren te wer
pen om dat in te zien. Het Kuiperswegje
volgde voor een deel de loop van een lage
kreekbedding. De laatste keer dat je hier
was, lag het wel al gevaarlijk dicht bij het
oprukkende bedrijventerrein Arnestein.
En nu? Nu is het daardoor kennelijk opge
slokt. Het is weg, uitgewist, onherkenbaar
verdwenen. Kuipersweg heet nu een nieu-