erfgenamen van de nalatenschap. Van de
Graft overlijdt in 1871 aan "eene uitteeren-
de ziekte". Zijn huwelijk met Johanna was
kinderloos.
Er wordt een nieuwe schuur gebouwd.
Deze staat haaks tegen het koetshuis en
heeft een gemetseld wit steentje in de
muur met daarop de tekst "Wed.v.d.Graft
1872". Op de kadasterkaart van 1832 zien
we dat hier eerst een klein gebouwtje
stond.
In 1874 trouwt de weduwe Johanna met
Julius Hendrik de Fremery, onder meer
oud-officier in Oost-lndië. Een jaar later
overlijdt Christiaan Hisser, en Johanna is
zijn enige erfgenaam. Er staat nergens
meer dat Vlugtenburg of Schooneveld in
gemeenschappelijk bezit is met Anna
Hisser. Heeft Christiaan haar uitgekocht of
is ze overleden?
Na de dood van haar man in 1883 vertrekt
Johanna naar Den Haag, waar zij in 1920
op 88-jarige leeftijd overlijdt. Het herenhuis
wordt nog een tijdje bewoond door Jan
Wisse en zijn vrouw Elisabeth de Muynck.
Waarschijnlijk is hij na het overlijden van
J.H. de Fremery aangesteld als tuinman en
verzorger.
Afbraak van het herenhuis
Veertien jaar na het vertrek van Johanna
Hisser naar Den Haag is er op 1 decem
ber 1898 een openbare verkoping. Het
eerste perceel bestaat uit een huis (de
tuinmanswoning), erf met boomgaard en
manteling. Voor het bedrag van 6.550,-
wordt Freek Wisse eigenaar van de eerste
vier percelen. Op de grond laat hij een
nieuwe boerderij bouwen.
Het herenhuis wordt enkele maanden later,
op 19 april 1899, in het openbaar voor
afbraak verkocht. Christiaan Hoornick biedt
er 665,- voor en hij krijgt tot en met 1
december de tijd om het huis tot een diep
te van minstens een halve meter onder het
maaiveld af te breken. Of de boerderij die
Freek Wisse laat bouwen, dan al klaar is
weet ik niet. Hiermee is wel een einde
gekomen aan wat eens herinnerde aan de
mooie buitenplaats Vlugtenburg, waarnaar
juffrouw Du Pon toe kon gaan om de stad
te ontvluchten.
De brug naar het eilandje wordt in 1912
afgebroken. De stenen worden gebikt en
gebruikt voor het koetshuis; de achtergevel
en een zijmuur van dit gebouw moeten
nodig vervangen worden. Boven op het
dak van het koetshuis staat nog een orna
mentje dat afkomstig is van het bruggetje.
De pachters
De pachters van de hofstede Vlugtenburg
wonen in het boerenhuis dat eigenaar Jan
Fak Brouwer in 1829 heeft laten bouwen.
Adriaan Kodde pachtte de hofstede van
Fak Brouwer. Hij betaalde meer dan 1.600
gulden per jaar aan pacht. Pieter de Buck
woont vanaf 1869 in het boerenhuis met
zijn vrouw AdrianaTheune en hun twee
kinderen.
Hierna pacht Jacobus de Visser uit Aagte-
kerke de hofstede in 1882. Jacobus, door
zijn familie Kobus genoemd, heeft tien kin
deren: zeven uit zijn eerste huwelijk met
Adriana Maljaars en drie uit zijn tweede
huwelijk met Anna Bosselaar (Antje). Op
Vlugtenburg worden nog elf kinderen
geboren.
Op 51-jarige leeftijd besluit Pieter de Buck
alles op de boerderij te verkopen. In de
krant staat dat de verkoping op 26 april
1882 zal plaatshebben. Alles op de boer
derij, vee, wagens, gereedschappen, arren-
slede, ladders enzovoorts, wordt verkocht.