carrousel met alles d'r op en d'r an. Alle
glitters en gtatters.
Het is een sombere, wat broeierige dag.
"Verstopt weer," zeggen de Veerenaren.
Aan de kade is het rustig, de vissers zijn
nog op zee. In de Spuikom ligt een schip
grind te lossen. Het grind is bestemd voor
de Polder. Het wordt gebruikt voor het
onderhoud van de grindwegen, waarvan er
in die tijd nog zoveel zijn op Walcheren.
Alle aandacht van het op de Kaai aanwe
zige publiek, voornamelijk schooljeugd, is
op het 'kermisschip' gericht. Deze kermis
exploitant vervoert zijn attractie nu eens
niet per vrachtauto van plaats naar plaats,
maar huurt daarvoor een tjalk. Zo trekt hij
de kermissen in de havenplaatsjes langs.
Ter plekke huurt hij dan een paard dat moet
dienen voor de aandrijving van het spul.
Straks zal de carrousel worden opge
bouwd rond de oude kastanjeboom op het
plein voor de Campveerse toren. De jeugd
kijkt ai een tikkeltje opgewonden toe als
met het lossen wordt begonnen. Vooral de
kleintjes kijken geboeid naar de in vrolijke
kleuren geschilderde paardjes, auto's en
fietsjes die nu nog in gedemonteerde staat
op het schip liggen, maar waarop ze straks
als de caroussel zijn rondjes draait, triom
ferend als ruiter of bestuurder zullen zitten,
toegezwaaid door vader of moeder.
Zaterdag zullen ze in hun beste klofje over
de kermis flaneren, moeder met een sui
kerspin in de hand en vader met een vol
trots opgespelde papieren roos die hij in
de schiettent heeft afgeschoten.
Maar zo ver is het nu nog niet. Nog twee
nachtjes slapen en ervan dromen. Onder
tussen worden steeds maar weer opnieuw
de zorgvuldig bewaarde centjes geteld die
ze in de aan de kermis voorafgaande
weken van opa's, oma's, ooms en tantes
hebben gekregen: "Ier ei j'een centje vó de
kermis."
Het lossen, vervoeren en opbouwen van
de carrousel is een hele klus. Alle opge
schoten jongens willen wel helpen. De
baas van het spul maakt er dankbaar
gebruik van. Enkele oudere Veerenaren
bekijken het gedoe wat argwanend: "Je
weet het ma nooit mee dat kermisvolk."
Een oude kermis
De Veerse kermis is een minikermis, maar
wel een met een roemrucht verleden. Al
sedert de vijftiende eeuw was het hier in
de eerste week van augustus kermis. In de
jaren rond 1870 begon het uit de hand te
lopen. Drinkgelagen, vechtpartijen en ver
regaande onzedelijkheid kenmerkten in
toenemende mate de jaarlijkse kermissen.
In 1871 was de maat vol. Het stadsbestuur
voelde zich genoodzaakt de kermis af te
schaffen.
Hoe kon het zover komen? Wel, de jaren
1868-1872 vormden in het algemeen een
onrustige periode op Walcheren. In die tijd
werd het Kanaal door Walcheren aange
legd en was de bouw van de sluizen in
volle gang. Vele honderden arbeiders,
afkomstig uit alle windstreken, tot aan Bel
gië toe, waren bij die werkzaamheden
ingeschakeld. Een groot deel van deze
arbeiders was in en om Veere onderge
bracht. Ongetwijfeld heeft de aanwezigheid
van zoveel vreemd volk in de stad mede
aanleiding gegeven tot het uit de hand
lopen van de kermisvreugde. Tijdens de
aanleg van het kanaal waren er trouwens
meerdere malen stakingen en ongeregeld
heden, zowel in Veere als in Vlissingen en
Middelburg.
Voor de volledigheid moeten we hier nog
wel aan toevoegen dat bij het besluit tot