Campveerse toren heerst een gezellige
drukte. Het zonnetje schijnt vrolijk en bij de
Torenwal klinkt het gejuich van de ring-
rijders. Als het een rijder gelukt is de ring
aan hun lans te steken schalt de kreet"'t
Is in, 't is in. Zo gaat ie naar m'n zin!" Als
het mis is, klinkt het heel wat mistroostiger:
"'t Is mis, 't is mis, as of t'er hin hat in is!"
De ringoppasser is druk in de weer om op
aanwijzing van de rijders de ring in de
gewenste positie te hangen. Op een groot
bord worden de standen bijgehouden.
Naast de stoel van de ringoppasser staat
een krat bier. Aan een van de olmen naast
de baan hangen de prijzen, waaronder de
beruchte pollepel, de poedelprijs.
Rond de baan hangt op deze loomwarme
zomermiddag een flauwzoete geur van
stro en van mest en van bezwete paarden-
en mannenlijven. Dat alles vermengd met
de lucht van lauw bier. Het publiek dromt
bij de ringopstand bijeen en aan beide uit
einden van de baan proberen kleine jon
gens op paardenruggen te kruipen. Een
meisje aait het paard van de jongen op wie
ze haar zinnen heeft gezet. Met hem wil ze
vanavond dansen in het café van Goeman.
Even verderop vermaken de jongelui, de
vrouwen en meisjes van de ringrijders zich
in de cakewalk. Er gaat een luid gejuich op
als Sanne van Piet onderuit gaat en met
de benen in de lucht, in een wirwar van
rokken en keuzen, door de cakewalk
roetsjt. De wilde kreten van de ringrijders
vermengen zich met flarden draaiorgel-
muziek.
Vreemdelingen
Alma Oakes, bewoonster van De Struys en
beheerster van het in de Schotse Huizen
gevestigde museum, expert op het gebied
van Europese klederdrachten, maakt van
de gelegenheid gebruik om een aantal van
haar Engelse gasten te wijzen op de fines
ses van de Walcherse klederdrachten. Uit
roepen als "How beautifull!" en "Oh, how
lovely!" zijn niet van de lucht.
Een gezelschap uitgelaten Franse busreizi
gers mengt zich eveneens tussen het
publiek. Zo krijgt de kermis zelfs nog even
een internationaal tintje. Het laat zien dat
Veere behalve stad van vissers, boeren en
kunstenaars, in 1936 al decennia lang een
internationaal bekend toeristenplaatsje is.
Versieren
Veel, meest wat oudere, bezoekers heb
ben een bankje opgezocht boven op de
Torenwal. Een heerlijk verfrissend, ziltig
windje waait vanaf het Veersegat de wal
op. Likkend aan een ijsje genieten ze
afwisselend van het kermisgewoel aan de
landzijde en van het mooie uitzicht op de
zeearm, waar een fraai zeegaand zeiljacht
dat zojuist het anker heeft gelicht, statig
onder vol zeil richting Noordzee koerst,
ledereen schijnt vrolijk op deze zomerse
dag. Een dag van ongecompliceerd plezier
in de levens van mensen die voor het ove
rige op zes van de zeven weekdagen hard
moeten butteren om het hoofd boven water
te kunnen houden in deze barre crisisja
ren. Eindelijk een dag waarop de alledaag
se sleur even kan worden losgelaten.
Voor de oudere jeugd moet het mooiste
van de dag nog komen: dansen in de
cafés. De ringrijders kunnen dan hun
triomfen nog eens vieren en hun prestaties
breed uitmeten. Dat maakt indruk op de
meiden.
De meisjes zijn trots op hun kerels en
laten dat duidelijk blijken. Het spel van ver
sieren en versierd worden, van liefde en
van jaloezie wordt gespeeld, er zijn win-