kocht aan slagers in Middelburg en Vlissin-
gen. Ze wogen dan soms meer dan vier
honderd kilo.
Er waren ook boeren uit naburige gemeen
ten die in Hoogelande een perceel bouw
land hadden, 's Morgens vroeg ging de
arbeider met zijn koffiepuzze (koffiebus),
zijn broodzak en een houweel of een
Hef bewerken van een stuk land achter de
ruïne van Hoogelande. (Collectie F. van den
Driest)
ander stuk gereedschap naar het perceel
bouwland in Hoogelande. Rond negen uur
dronk hij daar in de slootkant een kop kof
fie en at een boterham. Omstreeks half
twaalf ging hij naar huis voor de warme
maaltijd. Dat was soms meer dan een half
uur lopen.
Voor een arbeider was een uurwerk veel te
kostbaar. Als de zon scheen was het bepa
len van de tijd geen probleem. Hij plantte
dan een stok in de grond en aan de scha
duw kon hij zien hoe laat het ongeveer
was. Maar er waren ook dagen dat de zon
het liet afweten. Als de arbeider op zo'n
zonloze dag in de buurt van de ruïne werk
te, dan kon hij bij Groenenberg informeren
hoe laat het was. Maar als die afstand te
groot was, dan moest de tijd geschat wor
den.
Soms was het eten als hij thuiskwam nog
niet klaar omdat zijn vrouw dan nog niet
thuis was van haar werk. In die tijd werkten
ook veel vrouwen op het land bij een boer.
Het had dan geen zin om op haar te wach
ten want het koken van de aardappels
nam te veel tijd in beslag. Er zat niets
anders op dan maar een paar boterham
men met stropievet (spekvet gemengd met
stroop) klaar te maken en water te koken
voor een bakje koffie.
Maar het kon ook zijn dat hij te laat thuis
kwam. Zijn vrouw was dan inmiddels ver
trokken en hij vond dan een restje aardap
pels en de pan met vet op de plattebuis-