Nieuwe uitgaven
'k heleze
meer is. Dat zou niet zo best zijn.
Gelukkig ontvingen wij van mevrouw I. de
Bruine-Hillebrand uit Middelburg een
berichtje waarmee we de rubriek 'Een
weetje' nieuw ieven kunnen inblazen. Zij
schreef ons: "Tijdens een korte vakantie op
het eiland Wight (Engeland) ontdekten
mijn man en ik, slenterend door het oude,
schilderachtige plaatsje Yarmouth, een
straatnaambordje in een van de vele
steegjes met daarop de naam 'Eremue
Lane'. Nieuwsgierig geworden naar de
betekenis en oorsprong van deze Zeeuws
klinkende naam, lazen we in een Engelse
reisgids dat de naam was afgeleid van het
oud-Engelse woord Eremud, oftewel Ere
mue, Eremuthy en Yarmouth dat in de
twaalfde eeuw was gesticht. Zoals Arne-
muiden zijn naam kreeg als plaats aan de
monding van de Arne, zo betekent Yar
mouth 'plaats aan de monding van de Yar'.
Grappig overigens dat niet alleen de
namen op elkaar lijken, maar dat beide
plaatsen ook vissersdorpen zijn."
De redactie is al eens eerder getipt op het
bestaan van deze straatnaam in het Engel
se Yarmouth, maar mevrouw De Bruine
stuurde ook een foto mee 'als bewijs'.
Deze willen wij de lezers van De Wete niet
onthouden. Mevrouw De Bruine, bedankt
voor uw 'weetje'.
Een veldtocht die louter verliezers kende.
Zo kan de Engelse invasie van Walcheren
in de maanden juli en augustus van het
jaar 1809 worden omschreven. In De Wete
is er ook wel eens aandacht besteed aan
deze militaire gebeurtenis in de Waicherse
geschiedenis. De havens van Vlissingen
en Antwerpen, die in Franse handen
waren, vormden een bedreiging voor de
Engelsen. Maar hun expeditie liep op een
drama uit. Duizenden Engelse soldaten
stierven aan de beruchte Zeeuwse koorts
en de Engelsen moesten zich terugtrek
ken. Hiermee was de invasie een van de
grootste militaire debacles uit de Engelse
geschiedenis.
Tobias van Gent heeft de gebeurtenissen
van de zomer van 1809 beschreven. De
basis van zijn boek is een scriptie die hij
met een medestudent eind jaren tachtig
maakte. In een vlotte schrijfstijl vertelt Van
Gent over de aanleiding tot de invasie en
de militaire omstandigheden op Walche
ren. Het voormalige eiland werd verdedigd
door kwalitatief zwakke Franse bataljons,
waarin een behoorlijk aantal buitenlandse
- meest Pruisische - officieren en solda
ten dienst deden, en door de Hollanders,
die weliswaar groter in aantal waren, maar
door de rekrutering van een groot aantal
Waicherse mannen waren deze bataljons
niet erg slagkrachtig. Het verhaal dat Van
Gent vertelt, is goed te volgen: hoe de
Engelsen in drie dagen Walcheren vanaf
de landingsplaats Breezand bij fort Den
Haak (en niet Ter Haak) het voormalige