Koningstraat stond een schildwacht en op
de binnenplaats zat de wachtcommandant.
Verder zat er wachtpersoneel in het militair
hospitaal, in de school en in het Waagge
bouw aan de Balans. Toen in september
1952 bij Poelendaele een zwembad werd
aangelegd, voerde de genie het grondwerk
uit en werd het geniematerieel 's nachts
door COAK'ers bewaakt.
Een wacht duurde vierentwintig uur, steeds
twee uur op en vier uur af. Als 'post geweer'
in de Koningstraat liep je daar te 'schilde
ren', heen en weer te lopen dus. Bij regen
kon je in het schilderhuisje gaan staan. Als
een meerdere passeerde moesten de ver
schuldigde eerbewijzen worden gebracht.
Dat luisterde heel nauw. Als je het ver
keerd deed werd je erop aangesproken.
Ook het tenue moest voldoen aan de voor
schriften. Bij koud weer bijvoorbeeld,
mochten pas overjassen gedragen worden
na toestemming van de officier van piket.
Bezoekers moesten zich melden bij de
wachtcommandant voor een pasje.
Slapen op wacht was streng verboden.
Niettemin kwam het voor. Op 24 februari
1952 trof de officier van piket in het militair
hospitaal de hele wacht slapend aan. Zij
gingen direct de cel in en werden door
andere militairen vervangen.
Op 3 juli datzelfde jaar werd er weer een
soldaat slapend aangetroffen. Ook hij ging
de cel in en kreeg daar enkele dagen later
een zenuwtoeval. De dokter kwam erbij en
besliste dat de arrestant drie keer per dag
gelucht moest worden.
Ik woonde in de buurt, en dat had zo zijn
voor- en nadelen. Ik werd nogal eens inge
zet als wacht tijdens de feestdagen. Zo
ook met Oud en Nieuw 1952/'53. We
moesten 's nachts een ronde lopen langs
diverse objecten, toen dat uitliep op het
gooien van sneeuwballen naar de ver
pleegsters van het ziekenhuis aan het
Noordpoortplein. Gelukkig geen officier
van piket gezien!
Soms werd een soldaat tijdens het wacht
lopen onwel en na overleg met de dokter
werd dan zo nodig een vervanger aange
wezen.
Het kwam ook voor dat militairen die met
verlof waren, en voor wacht waren aange
wezen, zich ziek meldden. Bij twijfel over
hun gezondheidstoestand werden de
marechaussee en een arts ter plaatse
ingeschakeld. Wanneer het een onterechte
ziekmelding was werd er een straf, zoals
streng arrest, opgelegd.
Voor de nacht werd aan het wachtperso
neel voedsel verstrekt. Op 22 juni 1952
deelde de officier van piket mee dat hij de
rantsoenen te overvloedig vond, want over
al in de wacht trof hij brood, beleg, kaas,
ham en pakjes margarine aan. Hij drong
aan op vermindering van de rantsoenen.
Er waren grote verschillen tussen de diver
se officieren van piket. De een vermeldde
over een hele week: "Geen bijzonderhe
den", terwijl de ander over één dag een
bladzijde vol schreef: over het niet naleven
van de consignes, een radio in de wacht,
de reservesleutels en de toestand van het
wachthuisje. Er was niet altijd eenheid van
beleid en daar maakten de dienstplichtigen
dankbaar gebruik van.
Voeding
Het eten werd opgediend in de eetzaal op
de tweede verdieping van het gebouw aan
de Noordstraat. Tegen etenstijd verzamel
den de militairen zich als een stel hongeri
ge wolven op de binnenplaats. Het wach
ten was op het woord 'wachtcommandant',
het teken om de bel te luiden. Wij renden