Gezondheidszorg De gezondheidszorg was toevertrouwd aan dokter Reijerse, huisarts en tevens officier van gezondheid. Hij behoorde ook tot het lerarenkorps en doceerde gezond heidsleer. De Militair Geneeskundige Dienst (MGD) zetelde op het terrein van het militair hos- De linkervleugel van het kazernegebouw te Middelburg (Koningstraatkant), gezien vanaf de binnenplaats. (Coll. J. Braat) pitaal en in dat gebouw was een zieken zaaltje. Wie iets mankeerde ging op zie kenrapport en moest soms 'kwartierziek' in bed blijven. Dokter Reijerse maakte zo nodig een ronde langs de zieken. In janu ari 1953 waren dat er zoveel dat de officier van piket de beschikking kreeg over een koortsthermometer. Tijdens een epidemie van kinderverlam ming, in de zomer 1952, kregen we de opdracht 's nachts een natte handdoek over de deur van onze kastjes te hangen. Het nut daarvan heb ik nooit ingezien. Voor 'doorlichting' moesten we met een extra trein 's morgens vroeg naar Den Haag Holland Spoor en vandaar liepen we door de stad naar het hospitaal. Na het doorlichten gingen we eten in de oude Alexanderkazerne en daarna reisden we weer per trein terug naar Middelburg. Er was een hele dag mee gemoeid. Verlof Verlof was een van de levensbehoeften van de dienstplichtige. Als regel gingen de militairen onder geleide naar het station, maar sommigen gingen stiekem op eigen gelegenheid. Als de officier van piket dat merkte, werden ze naar de kazerne terug gestuurd en mochten ze in het gunstigste geval een trein later vertrekken. Op het perron moesten de militairen in het gelid blijven staan tot de trein binnenreed. Ook hier waren er beleidsverschillen en bestond er niet altijd duidelijkheid over wat nu wel en niet was toegestaan. Het ging ook wel eens mis aan het NS- loket. Op 3 mei 1952 kochten zoveel COAK'ers een kaartje dat de gewone reizi gers moesten wachten en op 18 juli was de trein veel te kort voor de 350 verlofgan gers (vakantiedrukte?). Hotelfunctie Regelmatig werd in de kazerne onderdak verschaft aan militairen van andere onder delen. Aan de poort moesten die hun mili tair legitimatiebewijs en eventueel een rij- opdracht tonen en dan werd er nagegaan of het verzoek gewettigd was. Als alles in

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2002 | | pagina 12