woutsdijk om daar te proberen de waarde
volle uitrusting veilig te stellen. Dat lukte
niet en de groep keerde terug naar Middel
burg. Daar vroeg Potteboom aan de bevel
hebber van de 3e militaire afdeling, gene
raal Warringa, toestemming om honderd
man COAK-personeel ter beschikking van
de Commissaris der Koningin te stellen en
Jules Braat (links vooraan) met zijn mede-
COAK'ers, 1952. (Coll. J. Braat)
dat contingent uit te breiden met alle mili
taire verlofgangers waarop de hand kon
worden gelegd. Dat voorstel werd goedge
keurd. Omstreeks 8 uur meldde Potteboom
zich bij de Commissaris der Koningin en
bracht deze in contact met de bevelhebber
van de 3e militaire afdeling. Afgesproken
werd hulpploegen te formeren waarvan de
inzet zou worden bepaald door de Com
missaris en de hoofdingenieur van de Pro
vinciale Waterstaat.
Een patrouille werd Middelburg ingestuurd
om alle militaire verlofgangers op te dra
gen zich in de COAK-kazerne te melden.
Verder kreeg een onderofficier opdracht
schoppen te kopen en werd er voor acht
dagen drinkwater getankt.
Aan het eind van de ochtend kwamen de
eerste verzoeken om hulp, vanuit Klevers-
kerke en Westkapelle. Onder leiding van
een officier werd een drietal groepen van
vijfentwintig man uitgezonden om zandzak
ken te vullen en te plaatsen.
Aan het begin van de middag vroeg Vlis-
singen om hulp. Een kapitein werd met het
restant van de soldaten, ongeveer twintig
man, uitgezonden.
In de loop van de middag werden nog
eens honderd man, vermoedelijk opge
trommelde verlofgangers, naar Vlissingen
gezonden om bij de bedreigde dijken
zandzakken te vullen en te vervoeren.
Op het Vlissingse politiebureau had zich
inmiddels een veertigtal militairen (verlof
gangers) verzameld die een soort orde
dienst vormden en hielpen bij de dijkver
sterking.
Toen omstreeks 18.00 uur de dijk bij Rit-
them dreigde te bezwijken, werden daar
nog vijfendertig man van de COAK ingezet
en ook een jeep geplaatst om het gat met
de koplampen te verlichten.
Aan het einde van de dag werd het groot
ste deel van de ploegen uit Arnemuiden,
Kleverskerke en Vlissingen teruggeroepen.
In de periode 2 tot 7 februari 1953 verleen
de de COAK hulp waar gevraagd en nodig,
bij de dijken in Ritthem en Westkapelle en
bij de Sloedam. Er werd een keuken inge
richt vanwaaruit dagelijks 700 a 1.000 bur
gers uit het ondergelopen deel van Vlissin
gen werden gevoed. Verder werden bewa
kingstaken verricht, onder andere bij Arne
muiden, Veere en Vrouwenpolder, alsmede
op Noord- en Zuid-Beveland.
Ook molken de COAK'ers honderden uit
Schouwen geëvacueerde koeien en werk
ten ze mee met het laden en lossen van
boten met materieel voor dijkherstel of met
spullen van het Rode Kruis.