andere Porseleinen, Aarde- en Glaswerk, Koper-, Tin-, Blik- en Ijzerwerk, eene Hangklok en wat verder zal worden gepre senteerd. Alles op Dingsdag den 3 Octo ber te voren, van des morgens 10 tot des namiddags 4 uren, voor een ieder te zien." Helaas zijn het testament van haar man Jacob Reyers, de inventaris opgemaakt bij De hofstede Kleine Abeele op de kadastrale kaart gemeente Ritthem, sectie F, uit 1823. (Zeeuzvs Archief, Kadasterplans cat.nr. 1703) zijn overlijden en haar testament en inven taris niet meer aanwezig. Dochter Sentina, in 1810 getrouwd met Jasper van den Broeke, was enige en uni versele erfgename en zal levenslang vruchtgebruik hebben gehad van de nage laten goederen. Toen werden de kleinkin deren eigenaar, Jacobus, de tweeling Pie- ter en Cornelia, en Adriaan. Boter voor de koning Jacobus van den Broeke werd in 1856 eigenaar van onder andere de hofstede Thuynenburg met ruim 37 bunders, 20 roe den en 95 ellen land. Zijn erfportie diende hij met zijn broers en zuster te verrekenen. Jacobus breidde zijn bezit regelmatig uit; hij kocht land in de gemeente Koudekerke, een huis met erf op de Grote Abeele, de buitenplaats Zuidvliet te Oost- en West- Souburg, en een hofstede met landen te Veere. Naast het werk op de hofstede had hij zitting in de gemeenteraad van Ritthem. Hij was wethouder, ambtenaar van de Bur gerlijke Stand, waarnemend burgemeester en ook nog Commissaris van de Polder Walcheren. In de VIissingsche Courant stonden regelmatig betuigingen van aan hankelijkheid aan het Koningshuis, bijvoor beeld bij de verjaardagen van de koning en de koningin. Van den Broeke zond - volgens een berichtje in de Middelburg- sche Courant van 22 januari 1858 - twee ënhalf pond boter afkomstig van zijn nog in dezelfde maand in het weiland grazende koeien aan koning Willem III. Door de hof maarschalk wordt hem op last van de koning "bijzondere dank betuigd voor dit zeker hoogst zeldzaam geschenk". Burgemeester Van Teylingen In mei 1880 verwelkomde Van den Broeke C.J.J.A. van Teylingen ais burgemeester van Ritthem. Hij was daarbij getooid met de nationale kleuren en een gouden medaille, aan hem geschonken in 1850 op een veetentoonstelling. Op de lijst van nieuwjaarswensen gedrukt in de Vlissing- sche Courant, komt hij meerdere jaren achtereen voor als eerste wethouder en ambtenaar van de Burgerlijke Stand, rus tend landbouwer danwel Commissaris van de Polder Walcheren. Hij overleed in november 1895 te Souburg op de buiten plaats Zuidvliet in de leeftijd van 85 jaar.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2002 | | pagina 18