met onbekende bestemming had verlaten. In het volgende portret kunt u kennis maken met deze Veerse homo van zo'n tweeënhalve eeuw geleden. Kuiper en koopman Cornelis Nannings was in 1723 in Veere geboren als enig kind van schipper Corne lis Nannings en Margaretha Hendriks. Cor nelis senior had zich op 31-jarige leeftijd op 26 oktober 1720 in Veere gevestigd. Hij was geboren op het eiland Veur in Holstein (Duitsland). In de zomer van 1736 stierf Cornelis senior en Margaretha kwam alleen te staan voor de opvoeding van haar zoon die inmiddels dertien was en in de puberteitsjaren begon te komen. In die tijd had de jonge Cornelis in de smidse van Pieter de Wit zijn eerste seksuele ervaring. Niet lang hierna ging hij in de leer bij meester Speldenieu in Middelburg, die hem het kuipersvak leerde. In deze stad maakte hij kennis met een aantal homo seksuele mannen met wie hij regelmatig omgang kreeg. Terug in Veere werd hij wijnkoopman en ook hier legde hij nieuwe contacten. Begin 1752 trouwde Cornelis, zoals dat toentertijd hoorde, met Maria Zurmegede en het jonge paar ging wonen in een huis van Cornelis' moeder dat de noordzijde van de haven in Veere. Het was het vierde huis na het Arsenaal en het lag schuin tegenover de grote brug. Op 9 februari 1752 lieten Cornelis en Maria bij notaris Abraham Stroobant hun testament maken. In 1753 werd een dochter Margrieta (Margaretha) geboren en een jaar later een tweede dochter, Maria. Ook tijdens zijn huwelijk kon Cornelis zijn handen niet van de mannen afhouden. In 1753 raakte hij bevriend met Jan Cornelis- sen, alias Jan Commissaris, die zijn trouw ste maatje zou worden en met wie hij vele uren doorbracht in de kelder onder zijn woonhuis en in de warme paardenstal van dominee Arxhouk, waarvan Cornelis de sleutels bezat. Daarnaast hield hij er wis selende contacten op na. Na zijn arresta tie, begin september 1755, bekende hij dan ook dat "als men eenmaal tot die God- loose schandelijkheid gekoomen is, de drift tot het plegen zoo groot is dat men er niet van kan afblijven." Jan Pot De aanklacht die vier slachtoffers van Cor nelis Nannings op 31 augustus en 2 sep tember 1755 bij het gerecht in Veere indienden, was aanleiding om hem in hechtenis te nemen. Jan Pot was een van hen. De toen 24-jarige en in Zierikzee geboren Pot was matroos op de hoeker 'De hoop van Veere' van schipper Tonis Vis. Toen het schip na een reis naar Ier land in maart 1755 weer behouden in de haven van Veere was teruggekeerd, werd het afgemeerd aan de noordzijde van de haven. Kort hierna wandelde Jan langs de kade waar hij Cornelis Nannings ontmoet te. Deze vroeg hem of hij zin had om een glaasje wijn te komen drinken. Dat had Jan volgens hem verdiend omdat hij voor hem een vaatje boter uit het schip van Tonis Vis aan wal had gebracht. De nietsvermoeden de Jan Pot ging gretig op het aanbod in en beiden verdwenen in de kelder onder het huis van de wijnhandelaar die vol met vaten wijn stond. Nannings tapte uit een vaatje enkele glazen wijn en er ontstond een geanimeerd gesprek. Na enige tijd kwam de meid de kelder in en vroeg Nan nings of hij zin in thee had. Hierop ging Nannings naar boven en even later kwam

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2002 | | pagina 21