briefje lezen en zei: "Mijn Godt wat wort mij te laste gelege van soe een schelm." Zijn vrouw en ook zijn oudste dochter begon nen te huilen en adviseerden hem om toch maar de stad te verlaten. Hierop ging Hendrik naar Middelburg waar hij zijn intrek nam bij zijn broer. De dag erna keer de hij samen met zijn broer terug naar Veere. Bij het hof van "Marie uyt de Potte- rij" bleef Hendrik achter, terwijl zijn broer naar zijn woonhuis ging. Daar trof hij boven de thesaurier Evertse aan, die oor deelde dat Meyer beter nog een tijdje uit de buurt kon blijven. Daarom waren beiden naar Middelburg teruggereden, waar Hendrik tot half november was gebleven. Op de vraag wat aanleiding had gegeven tot de kennismaking met Nannings, ant woordde Meyer dat hij twaalf of dertien jaar geleden op de visafslag bij het Zuider- hoofd stond toen plots Nannings voor hem kwam staan. Nannings kietelde hem en kneep hem in zijn zij. Op het laatst stak hij zijn handen onder zijn been en greep naar zijn gulp. Ontsteld door dit voorval was Hendrik volgens zijn zeggen er toen snel vandoor gegaan. Veel later had zich nog een incident voor gedaan. Dat was op een nazomerdag toen Hendrik met zijn wagen bij de Veerse poort in Middelburg was aangekomen. Hier ont moette hij Cornelis Nannings, die met hem mee naar Veere wilde rijden. Hendrik, die bang was dat hij weer door Nannings betast zou worden, antwoordde dat hij pas zou rijden als er meer mensen met hem mee zouden gaan. Doch toen dit te lang duurde, besloot hij alsnog met Nannings te vertrekken. Tijdens het daaropvolgende gesprek bracht Hendrik Nannings onder ogen dat er laatst een homoseksueel in Zierikzee was opgehangen en hij hoopte dat Nannings hem door deze mededeling met rust zou laten. Bij de uitspanning 'Huisje ten halven' werd gestopt om iets te drinken en Hendrik koesterde de stille hoop dat er mensen waren die nog mee wilden. Maar helaas was er niemand die naar Veere moest en intussen begon het ook al schemerig te worden. Tijdens het vervolg van de rit kietelde Nannings hem en kneep hem af en toe in zijn zij. Ook wilde hij in zijn broek grijpen, maar doordat Meyer zijn rok tussen zijn benen stopte, lukte dat niet, waarop Meyer tegen Nan nings zei: "Wat duyvel karei wat gaat u over, als gij sulke dingen wilt doen, gaat dan naar een vrouw toe." In de buurt van Veere gekomen moest Meyer een plasje doen. Hij liet de paarden stoppen en sprong van de bok. Terwijl hij tegen een boom aan de linkerzijde van de weg stond te wateren, klom ook Nannings van de wagen, liep naar hem toe en werd hand tastelijk. Hendrik weerde al vloekend Nan nings van zich af en snauwde hem toe: "Karei laat los daar komen menschen." Hierop ging Nannings ervandoor. Tijdens het kruisverhoor zei Cornelis Nannings dat het niet bij kietelen was gebleven en heel gedetailleerd vertelde hij wat ze nog meer met elkaar tijdens de rit hadden gedaan. Afloop Omdat het gerechtsboek waarin het pro ces tegen Cornelis Nannings is opgete kend, verloren is gegaan, is het niet meer mogelijk na te gaan welke straf hij heeft gekregen. Uit een weesakte weten we dat hij kort voor 21 februari 1761 is overleden, waarschijnlijk op de Montfoortse Toren, en dat hij twee dochters naliet. Zijn vrouw was toen al in verwachting van Hendrik van der Salm met wie ze kort na Cornelis' over-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2002 | | pagina 27