een korte paarse overrok. Ze droegen ver sieringen aan het hoofd en de slapen, soms van gewoon zilver, met zilveren knoopjes of vierkantjes bij de slapen, maar vaak ook van goud, met gouden knoopjes en hangers. Een nauwsluitende linnen kap onder een gele strooien hoed, versierd met vier lange linten, completeerde de hoofd tooi." "Veel van de meisjes, kennelijk uit een hogere klasse, droegen gouden banden over hun voorhoofd, die samenkwamen met de band die ze op hun hoofd droegen. Getooid met deze kledingstukken dromden de meisjes naar de markt, met ernstige gezichten en vol van de belangrijkheid van deze gelegenheid, net als een Engels meisje dat naar haar eerste bal gaat. In alle Nederlandse steden is de kermis een jaarlijks terugkerend gebeuren. De meisjes kijken er al maanden van tevoren naar uit. Ze zijn de rest van het jaar nuchter en fat soenlijk, maar ze beschouwen de kermis als een vakantie waarin ze het recht heb ben om zich aan uitspattingen over te geven, hoewel ze daar later vaak weer spijt van krijgen. Een meisje moet op de kermis absoluut een cavalier hebben, want ze zou zich tegenover haar meer bevoor rechte vriendinnen schamen indien dit niet het geval was. Als het niet lukt om de dien sten van een man uit liefde te verkrijgen, gaat ze zelfs zover om een begeleider voor de gelegenheid te huren." "Door het strenge toezicht van de politie zijn de ergste excessen van de kermis ver dwenen. De gevechten tussen de mannen met messen en tussen de vrouwen met dubbeltjes zijn zaken die tot het verleden behoren. Het dubbeltje is een klein zilveren muntje en wanneer iemand het tussen de knokkels van de vingers van de gebalde vuist houdt, kan zij daar een lelijke klap mee uitdelen. De vrouwen bewapenden zich vroeger op deze wijze en een oudere vriend van me die als kind in Nederland had gewoond, is vaak getuige geweest van bloederige ontmoetingen tussen Neder landse furies." "Aan de andere kant van de dijk zagen we In de herberg te Oost-Souburg. een stuk of vijf vrouwen met baby's in een wandelwagen lopen. Dendy en ik wilden ze graag op de gevoelige plaat vastleggen en haastten ons naar ze toe, waarbij we in onze haast bijna in een greppel vielen. Helaas! Ze liepen hard voor ons weg, alsof de lens een donderbus was. Met de vol-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2002 | | pagina 29