som van zevenduizend gulden, waarmee
hij een jaar later een nieuwe fabriek kon
bouwen in de Wilhelminapolder op het
grondgebied van Kleverskerke.
Roken verboden
De arbeiders die in de kruitmolens werk
ten, moesten vanwege het explosiegevaar
leren helmen dragen. De daken van de
ruimten waarin ze werkten, mochten alleen
met pannen afgedekt worden zodat de
luchtdruk bij een eventuele ontploffing
goed wegkon. Doodsbang was men uiter
aard ook voor brand. Een enkel vonkje was
al voldoende om de hele zaak in de lucht
te laten vliegen. Zeer strenge maatregelen
werden genomen om eventueel brandge
vaar te bestrijden. Roken was natuurlijk
streng verboden, evenals het gebruik van
open vuur.
Op 5 augustus 1818 raakte een schip
geladen met vlas in het Sloe in brand. Het
dreef in de richting van De Gouden Draeck
en dat gaf dat nogal wat consternatie. Van
de brand zelf waren maar weinigen in dit
'afgelegen gebied' getuige geweest, maar
het voorval kwam achteraf uitgebreid in de
publiciteit. De Middelburgsche Courant van
6 augustus 1818 berichtte het volgende:
"Gisternamiddag ten half drie uren, ont
stond in het Sloe, voor den Wilhelminapol
der een hevige brand in een gaffelschip
geladen met vlas gevoerd door schipper
van Sprang van den Ouden-Bosch waar-
Plattegrond van de gebouwen van de kruit-
molen De Gouden Draeck ten zuiden van de
Segeerssingel in Middelburg. Detail van de
kaart gemaakt door landmeter Jacobus Johan
nes Klenée in 1795. (Zeeuws Archief, Aanwin
sten kaarten Rijksarchief in Zeeland tot 1940,
aanwinst 1917, nr. 9)
door hetzelve gedreven op het schorre in
weinige ogenblikken geheel een prooi der
vlammen geworden en tot hedenmorgen
ten 6 uren brandend gebleven. Dank zij de
Voorzienigheid die dit onheil recht tegen
over het magazijn van den buskruidmolen
de Gouden Draak voorgevallen met een
juist op gezegden buskruidmolen gerigten
wind, zonder verdere gevolgen, zoo won
derbaar gelukkig heeft doen afloopen, zon-