Bijeenkomsten f Iöl hem wel eens verteld dat de zware wielen afkomstig waren van bierwagens. De brandende vraag van de heer Maljaars is wie de bak van deze wagen heeft gebouwd. Het zal waarschijnlijk in het begin van de jaren dertig zijn geweest. Het VOC-wandeling Middelburg Naar goede traditie werd het seizoen van de Heemkundige Kring Walcheren beslo ten met een wandeling door een van de Walcherse dorpen of steden. Ditmaal was Middelburg aan de beurt, voor een tocht langs lokaties en gebouwen die iets met de Verenigde Oostindische Compagnie te maken hebben gehad. Onder de deskundige leiding van de dames Kammeraat en Ton werd op 5 juni om 18.30 uur in twee groepen van elk ongeveer vijf tien personen gestart bij de Zeeuwse Bibli otheek aan de Kousteensedijk. Lopend langs de Korendijk wees onze gids op de fraaie achttiende-eeuwse lijstgevels aan de overzijde van de haven (aangelegd omstreeks 1540), langs Londensekaai, Bierkaai en Rouaansekaai. Oorspronkelijk hadden deze huizen trap-, hals-, klok- of andere gevels, maar de bouwmode in de achttiende eeuw schreef de lijstgevel voor. In een van die fraaie panden vestigde zich in 1767 Jacobus de Puit, een bekend chi rurgijn die een groot aantal jaren bij de VOC had gediend. Langs Korendijk en Kinderdijk lage dijk) is een groot aantal pakhuizen te vinden, die aanvankelijk door kooplieden aan de schijnt dat bij wagenmaker De Kam in Grijpskerke tot aan de Tweede Wereldoor log nog nieuwe wagens werden gebouwd. Wie weet er meer van? Laat het De Wete weten! Reacties graag aan de redactie. VOC werden verhuurd maar die later door de maatschappij werden overgenomen. Als voorbeeld kunnen worden genoemd het pakhuis De Eenhoorn (1722) en de pak huizen aan de Kinderdijk, vernoemd naar lastdieren (Muil, Olifant, Kameel, Witte Paard), met daarnaast het pakhuis van burgemeester Ten Haaf, een van de eerste Middelburgers die een schip naar de Oost uitreedden. Achter deze opslagplaatsen ligt het Bal- kengat. Hier bevond zich oorspronkelijk de werf van de VOC waar, gedurende de bijna tweehonderd jaar van haar bestaan, 336 schepen voor de maatschappij werden gebouwd. Langs een ophaalbrug, in 1867 vervangen door een gietijzeren exemplaar, konden de schepen de werf verlaten. Dicht bij de brug lag het kantoor, gebouwd in 1616, van de opperequipagemeester, die verantwoordelijk was voor de uitrusting van de schepen. Het gebouw is later in gebruik geweest bij de Vitrite en is thans opge deeld in appartementen. Achter het kan toor lag een smidse, die later tot omstreeks 1880 als meestoot heeft dienst gedaan. Ten gerieve van het (varend) manvolk lag op de hoek van de Kinderdijk het bordeel Sint Joris.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2002 | | pagina 47