op de Kanaaldijk vast, maar als geboren
Vlissinger tuinde ik daar niet in.
De COAK had ook een eigen Vierdaagse-
detachement, dat trainde onder leiding van
sergeant-majoor Knol. Na afloop van de
Vierdaagse werden de deelnemers zater
dags op het kazerneplein verwelkomd.
Ook exercitie stond op het menu, meestal
in de Koningstraat vier minuten de bel
luiden. Ook werd de wacht in het militair
hospitaal en de school gewaarschuwd.
Rijwielordonnansen werden uitgezonden
om het thuiswonende personeel op te roe
pen. Het buiten Middelburg wonende per
soneel werd via de plaatselijke politie of de
marechaussee gewaarschuwd.
op en rond het Molenwater. Er klonken
commando's als "Over den schouder...
geweer..., zet af... geweer," waarbij wij de
bijbehorende bewegingen moesten maken.
Alarmoefeningen
Om de paraatheid te testen werden er af
en toe in de vroege ochtenduren alarm
oefeningen gehouden. Soms hadden we
daar al een vermoeden van, want als we
het kader met helmen op zagen lopen,
broeide er meestal iets.
De opdracht voor de alarmtoestand werd
door de commandant van de COAK gege
ven en uitgevoerd door de officier van
piket, die belast was met het toezicht op
de wacht. Deze liet de wachtcommandant
Parade van de COAK
op het Molenwater te
Middelburg in het
najaar van 1952.
Vooraanderde van
rechts, Jules Braat.
(Coll. Braat)
Door het luiden van de bel was natuurlijk
de hele kazernebevolking wakker gewor
den. Het betekende je bed uit en in
gevechtsbepakking naar de binnenplaats.
Vandaaruit werd je uitgezet over diverse
objecten. Zelf stond ik een keer 's morgens
vroeg, nog slaperig, op een brug aan de
Langevielesingel bij de Griffioen, en een
andere keer bij de spoorbrug over het
Kanaal door Zuid-Beveland. Na afloop van
zo'n oefening was het meestal etenstijd,
's Middags hadden we weer gewoon les.
Wachtlopen
Wachtlopen is niet uit de militaire samen
leving weg te denken, dus ook niet bij de
COAK. Bij de kazerne-ingang aan de