Van de redactie
Wat gaat de tijd toch snel! Dit is alweer de
laatste Wete van 2002. Voordat ik ga ver
tellen wat er allemaal in deze Wete valt te
lezen, moet ik melding maken van het feit
dat redactielid Ella Louwerse gaat stoppen.
Vanwege haar studie heeft ze weinig tijd
meer om mee te helpen aan het samen
stellen van De Wete. We hebben voor haar
een opvolger gevonden in de persoon van
Roel Gabriëlse uit Domburg. Bedankt Ella,
voor je inzet, en welkom Roel. Het redac
tiewerk van De Wete is leuk, maar het
heeft wel als nadeel dat je het blad zodra
het verschijnt, niet meer leest; je bladert
het alleen nog maar wat door. Alle bijdra
gen zijn tijdens het redactiewerk uit en te
na gelezen, beoordeeld en gecorrigeerd.
Maar dit nadeel weegt natuurlijk niet op
tegen het voorrecht mee te hebben gehol
pen aan het mededelingenblad van de HKW.
We beginnen deze Wete met een artikel
van Jules Braat. Hij schrijft over zijn bele
venissen als dienstplichtig militair in oplei
ding bij de COAK, de Centrale Opleidings
school voor Administratief Kader aan de
kazerne te Middelburg. Later is deze oplei
ding bekend geworden onder de naam
OCMA. U kunt lezen hoe het een dienst
plichtig militair vijftig jaar geleden verging.
Een bijzondere gebeurtenis uit het leven
van dienstplichtig militair Braat was zijn in
zet na de Stormvloed van 1 februari 1953.
Mevrouw O. Jacobs-Stroo vertelt over de
boerderij Kleine Abeele. Zij is een van de
medewerkers aan het Walcherse boerderij-
enonderzoek. Kleine Abeele lag niet ver
van de hofstede Vlugtenburg, waarover u
in de vorige Wete hebt kunnen lezen.
J.H. Midavaine heeft een opzienbarende
zaak uit het rechterlijk archief van Veere
opgedoken. In de achttiende eeuw onder
hield een inwoner van de stad homoseksu
ele contacten met stadgenoten, en dat
was in die tijd strafbaar. Opmerkelijk is
hoeveel personen bij deze zaak betrokken
waren en hoe nieuwsgierig de rechterlijke
magistraat was naar alle details. Ook zulke
zaken zijn in de archieven terug te vinden.
A. de Visser uit Leusden wees ons op een
reisverslag van een Engelsman die in 1886
een bezoek bracht aan Nederland. Met
enkele vrienden bezocht hij ook Zeeland.
Het verslag van een bezoek aan de kermis
in Souburg namen wij met toestemming
van Scepter Uitgeverij in deze Wete over.
J. Kaljouw speurt veel in de archieven. Hij
vond gegevens over een bijna-ramp bij
Arnemuiden. In de zomer van 1818 dreig
de de één jaar oude kruitmolen De Gou
den Draeck in brand te vliegen door een
brandend schip. Dat explosief kruit groot
gevaar kan opleveren, hebben we in onze
tijd ook kunnen ervaren. Dit artikel is in
feite een aanvulling op het artikel dat de
heer E. van Wijk in de april-Wete van 1989
over dezelfde kruitmolen schreef.
A. Maljaars attendeert ons op de bedrei
ging van een mooi stukje Walcheren.
Bestuurders en natuurontwikkelaars kun
nen wel allerlei plannen bedenken om cul
tuurlandschap om te vormen tot natuurge
bieden, maar als zij daarbij geen rekening
houden met de vroegere elementen van
het landschap is dat een kwalijke zaak.
Frans van den Driest schrijft in zijn 'Vader
tje' over straffen die schoolkinderen in het
negentiende-eeuwse Walcheren konden
krijgen. Er was zelfs een meester die onge
hoorzame leerlingen in de kelder smeet.
Dat is wat anders dan de oorvijg waar
tegenwoordig weer voor wordt gepleit.
In "k heleze' worden twee boeken
besproken. Johan Francke hebben we
bereid gevonden om een interessante uit-