waarts opgeworpen tot een perskade. Tus sen de resterende dijk en de perskade werd zand gespoten. Dit zand werd gezo gen uit het Zuidersloe ten noordoosten van fort Rammekens en naar het stort geperst. Kiei om de gaten te dichten werd uit de ten noordoosten van fort Rammekens gelegen Schorerpolder gegraven. Hiervoor werd het voor inundatie behoed. Wel was het gebied ten noorden van het dorp en eromheen drassig. Het herstel van de zeedijk van de Zuidwa tering was een enorme krachtsinspanning. Een grote groep dijkwerkers, vooral uit Westkapelie, werd in de dagen na de perceel gebruikt dat L.J. Boone uit Ritthem pachtte. Een bijzondere omstandigheid was toch wel dat de inlaagdijk van de Zuidwatering bij Ritthem 275 jaar na aanleg zijn nut kon bewijzen. In de zeedijk voor de inlaag waren drie grote bressen ontstaan, waar door de inlaag, groot 30 hectare, snel vol liep tot het peil van het buitenwater 4,55 m NAP). Doordat de in 1678 aangelegde inlaagdijk een waterkerende hoogte had van 4,80 m NAP is het achterliggende gebied, en dan met name het dorp Ritthem, Voor fort Rammekens werden de twee ontstane bressen in de zeedijk in de ochtend van 1 febru ari 1953 met zakken, gevuld met klei, gedicht. Deze nooddichtingen spoelden in de namiddag door de hoge vloed weer weg. Na de vloed wer den de bressen afgegrendeld door middel van twee tijdelijke keringen in de fortgracht tussen de zeedijk en defortwal, maar het eerste inlaag dijkje werd weggeslagen en moest met kleizak- ken worden verstevigd. Een opname van 6 februari 1953. (Archief Polder Walcheren 1870-1953, inv.nr. 2791, foto 122)

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2003 | | pagina 13